Logo koudekerke.info
voor 600 | 600-1200 | 1200-1650 | 1650-1800 | 1800-1850 | 1850-1900 | 1900-1940 | 1940-1944 | 1944-heden
algemeen
religie
boerderijen
- st. antoniushoeve
- blauwe hof
- buytenhof
- de brouwerij
- johannahoeve
- (groot) lammerenburg
- groot ter hooge
- klein lammerenburg
- de lange pacht
- l'espérance
- 't noord ambacht
- 't noordhof
- paauwenburg
- hof de pagter
- 't troenkhof
- torenzicht
- hof verhage
- de vijgeter
- zuiderhoeve

buitenplaatsen
veldnamen
molens
grondgebruik
kustzone
boerderijen in Koudekerke 1200-1650
fragment van de kaart van  Visscher-Roman uit 1655 ter hoogte van Koudekerke
1.FRAGMENT KAART ROMAN-VISSCHER 1655
Aangenomen wordt dat de boerderijen de eerste gebouwen vormden, die hebben geleid tot het ontstaan van de nederzetting, die later uitgroeide tot het dorp Koudekerke. Ze zullen eenvoudig van opzet zijn geweest en naar verloop van tijd uitgebreid en in aantal zijn toegenomen.

Het vlakke Walcherse landschap is lange tijd gedomineerd door grote schuren en historische boerderijen. Door de veranderingen in de landbouw dreigen deze gebouwen nu te verdwijnen om vervangen te worden door modernere versies. Deze verandering is reeds ingezet maar wat velen niet weten, is dat de traditionele boerderijen bij hun ontstaan ook uiterst modern waren en op hun beurt ook ter vervanging van een oudere voorloper werden gebouwd!
 
voorbeeld van een typische zeeuwse hofstede is Groot ter Hooge
3. VOORBEELD VAN EEN TYPISCHE ZEEUWSE HOFSTEDE (GROOT TER HOOGE)
Voordat in de vijftiende eeuw de eerste 'moderne' stenen woonhuizen bij boerderijen werden gebouwd, bestonden de muren van een boeren woonhuis (en schuur) meestal nog uit vlechtwerk en planken en soms waren deze zelfs gedeeltelijk van plaggen. Deze rechthoekige, één- of driebeukige boerderijen worden woonstalhuizen genoemd.

Walcheren heeft als enige deel van Zeeland een eigen baksteenproductie gekend, waardoor de verstening van boerderijen hier als eerste aanving. Pas in de zestiende eeuw kwam de grootschalige productie van IJsselsteentjes op gang (afkomstig van de Hollandsche IJssel). Toen de landbouw op Walcheren een economische bloeiperiode doormaakte en ook de 'middenklasse' zich een stenen woonhuis kon permitteren, werd er veel met deze steentjes gebouwd.

Aangenomen wordt, dat vooraanstaande boeren en ambachtsheren als eerste hun hoeves in steen lieten bouwen. Het bestaande woonstalhuis werd zelf meestal niet van steen voorzien: Er werd vaak een rechthoekig bakstenen huis tegen of voor het bestaande woonstalhuis gebouwd waardoor de scheiding tussen het woon- en bedrijfsgedeelte voor het eerst zijn intrede deed en het woonhuis een zelfstandige bouwkundige (stenen) constructie kreeg. De directe verbinding tussen het woongedeelte en de schuur bleef op Walcheren nog tot ver na de Middeleeuwen bestaan. Hierdoor zijn op Walcheren veel langwerpige of L-vormige hofsteden ontstaan. De meeste woonhuizen uit deze periode bestonden uit een kelder, opkamer en een (woon)keuken met haard.

Een traditionele Zeeuwse boerderij onderscheidt zich van andere boerderijtypen in Vlaanderen en Holland doordat de kern van de boerderij hier gevormd wordt door een eenbeukig bakstenen huis met een pannendak en een veelal houten driebeukige schuur waarin de graanoogst wordt bewaard en het grootvee wordt ondergebracht. Het woonhuis had rond 1600 meestal een toegang aan de korte zijde. De noklijn van het schuurdak loopt in het algemeen niet door zodat een heldere scheiding van functies afleesbaar is.

In Zeeland was van nature weinig bouwhout beschikbaar waardoor de schuren voor 1650 aanvankelijk klein van omvang waren. Hierdoor werden de paarden, die nodig waren voor het bewerken van de akkers, in een apart gebouw ondergebracht. Vaak waren er nog enkele bijgebouwtjes aanwezig zoals een bakhuis, wagenhuis, varkenshok, kippenhok en hondenhok. Het bakhuis, ook wel bakkeet genoemd, staat tegen het woonhuis en is veelal van steen met een pannen zadeldak. In de bakkeet werd brood gebakken in een oven die van buitenaf werd gestookt. Er werd ook vlees gebraden en men deed er de was. De bakkeet werd in sommige gevallen zelfs als zomerwoning gebruikt voor tijdelijke landarbeiders.

Hofstede Buytenhof is in Koudekerke een prachtig voorbeeld van een zomerverblijf waarbij een bakkeet is gebouwd. Rond Koudekerke zijn ook nog enkele wagenbergingen te vinden. Vaak werd hiervoor de kop van een schuur gebruikt of werd een apart bijgebouw gebouwd. Om de houten wagens tegen uitdroging te beschermen werden deuren vaak uitgevoerd als een uiteengeplaatst lattenwerk of werden de deuren geheel weggelaten.

In de periode na 1650 veranderde de opzet van boerderijen verder.
bakkeet en zomerverblijf bij hofstede buytenhof te Koudekerke blank beplanting langs een perceelsgrens aan de ter poorteweg in Koudekerke
4. BAKKEET EN ZOMERVERBLIJF BIJ HOFSTEDE BUYTENHOF 5. WINDSINGEL ROND BOERDERIJ
De ligging van de kreekruggen en poelgronden is in principe bepalend geweest voor de plaats van vestiging van de vroegste boerderijen. Deze zijn in de loop der eeuwen ver-, of herbouwd óf verdwenen. De kreekrug was een goede vestigingsplaats omdat deze hoger in het landschap lag en voorzag in zoet water. Kenmerkend voor de boerderijen is dat ze veelal zijn omgeven door veel soorten groen. Al dit groen had een functie en werd niet zonder reden aangeplant. Over het algemeen werd er rond een boerderij een erf aangelegd met hieromheen een windsingel van olmen en essen ter bescherming van de boerderij. Deze bomen voorzagen het kale Walcheren van hout voor respectievelijk boerenwagens en gereedschap. Verder stonden er populieren, die voor de dorsvloer en als brandhout werden gebruikt. Van wilgen maakte men o.a. klompen. Van deze laatste boom werd tevens de bast gebruikt als pijnstiller (aspirine). Vaak werd er een kastanjeboom op het midden van het erf geplant. De bladeren hiervan werden gevoederd aan de paarden die een belangrijke rol vervulden op de boerderij.
 
boerderijenkaart ambachtsheerlijkheid Koudekerke blank In oude oorkondes en rekeningen kan een en ander over oude boerderijen of hofstedes gevonden worden, zo ook over de eerste bewoners en enkele lokale ambachtsheren. Uit een rekening van Pauwel Klaasz, rentmeester en schatklerk van Biggekerke, over schottienden, heerlijke rechten, etc., voor de Heren van Veere (1475-1485) blijkt dat land en hofsteden in het Noordambacht toen al verpacht werden. Uit de stukken wordt helaas niet duidelijk om welke hofsteden het precies gaat, maar wel dat dan al een aantal in bezit is van de Heren van Veere en dat vier personen over meerdere jaren pacht betaalden: Willem Pier Maude, Cornelis Cornelisz, Heyn Willemsz en Willem Diericx weduwe.(1)
2. BOERDERIJEN BINNEN DE AMBACHTSHEERLIJKHEID KOUDEKERKE
Bovenstaande kaart toont 50 door de Heemkundige Kring Walcheren geselecteerde boerderijen en buitenplaatsen waaraan een naam verbonden is. Van de boerderijen waarvan reeds een beschrijving beschikbaar is, is een link in onderstaand overzicht aangebracht. Dit overzicht toont echter niet alle boerderijen, die interessant genoeg zijn voor een vermelding op deze website, waardoor dit overzicht in de toekomst nog aangevuld zal worden. Mocht u zelf een beschrijving van een van deze boerderijen in bezit hebben is deze uiteraard van harte welkom. Reageer dan hier.
 
1. Larenburg
2. Drie Turken
3. Dishoek
4. Goudmijn
5. Dishoek
6. Dorpszicht
7. Zuidwerve
8. Blauwe hof
9. Annetje Liesje
10. Hoogkamer
11. Ter Hooge (buitenplaats)
12. Groot ter Hooge (boerderij)
13. Kriekenhof
14. Ora et Labora
15. Klein ter Hooge
16. Noord Ambacht
17. De Parel
18. Broodkist
19. Der Boede (boerderij)
20. Steenhove (boerderij en later buitenplaats)
21. Der Boede (tuinderij)
22. Der Boede (buitenplaats)
23. Duivekeet
24. Korenvliet
25. Sint Anthonijshoek
26. Broedershoek
27. Westerwijk
28. Zuiderhoeve
29. Aurora
30. Brouwerij
31. Zwanenburg (buitenplaats Zwanenburg)
32. Duinerve
33. De Vijgeter
34. l'Espérance
35. Welgelegen
36. Albertine (buitenplaats)
37. Torenzicht
38. Ter Schelde (buitenplaats)
39. Paauwenburg (buitenplaats Paauwenburg)
40. De Lange Pacht
41. Moesbosch (boerderij)
42. Moesbosch (buitenplaats)
43. Lammerenburg
44. Groot Lammerenburg (buitenplaats Lammerenburg)
45. Klein Lammerenburg
46. Abelenburg
47. Vijvervreugd (buitenplaats)
48. Toornvliet (buitenplaats)
49. Panhof
50. St. Anthoniushoeve
 
Lees verder.

copyright © 2001-2024 Sjoerd de Nooijer
laatst bijgewerkt op: 31 05 2021

bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: atlas roman-visscher, 1655
afb. 2: Sjoerd de Nooijer
afb. 3: beeldbank ZB 2045
afb. 4-5: Sjoerd de Nooijer

geraadpleegde bronnen:
- Roose, J., 't Noorthof metten werf, Koudekerke, 1996
- Heemkundige Kring Walcheren, De veldnamen van Koudekerke, Middelburg, 1980
- Visscher, N. en Roman, Z., Atlas van Zeeland, Amsterdam/ Middelburg, 1655
- Cruyningen, P.J., van.,
Boerderijbouw in Zeeland, van de tiende tot de twintigste eeuw, Utrecht, 2002
- www.hkwalcheren.nl

voetnoot 1:
bron: Jan Roose