Logo koudekerke.info
voor 600 | 600-1200 | 1200-1650 | 1650-1800 | 1800-1850 | 1850-1900 | 1900-1940 | 1940-1944 | 1944-heden
algemeen
religie
boerderijen
- st. antoniushoeve
- blauwe hof
- buytenhof
- de brouwerij
- johannahoeve
- (groot) lammerenburg
- groot ter hooge
- klein lammerenburg
- de lange pacht
- l'espérance
- 't noord ambacht
- 't noordhof
- paauwenburg
- hof de pagter
- 't troenkhof
- torenzicht
- hof verhage
- de vijgeter
- zuiderhoeve

buitenplaatsen
veldnamen
molens
grondgebruik
kustzone
boerderij 'Klein Lammerenburg' te Koudekerke
boerderij Klein Lammerenburg
 
De naam van de inmiddels verdwenen boerderij 'Klein Lammerenburg' aan de Zuidbeekseweg verwijst naar de eveneens verdwenen buitenplaats Lammerenburg, van de Vlissingse koopman en reder Cornelis Lampsins. De invloedrijke Lampsins stichtte zijn buitenplaats in 1633 nabij twee hofstedes en gaf deze de naam Lammerenburg, wat een woordspeling en verwijzing was naar zijn eigen achternaam. Pas halverwege de achttiende eeuw kreeg het hofje dat naast zijn buitenplaats lag de naam 'Klein Lammerenburg'. Om verwarring met de andere oude hofstede te voorkomen wordt de naam ook gebruikt om het hofje voor die tijd aan te duiden. De historie van dit hofje gaat namelijk terug tot de zestiende eeuw en wordt hier verder uit de doeken gedaan.

Zo blijkt uit in de oudst bewaardgebleven overloper van de Westwatering Walcheren dat er in 1574 twee hofstedes in het zogenaamde 'Matthijs Coppe Lems block' liggen. We stuiten daarbij ook op de namen van de eigenaren. 'Klein Lammerenburg', met een omvang van 1 gemet, blijkt dan eigendom te zijn van Jan Jonghe Jacob waarbij later 'weduwe' werd bijgeschreven. Van Jan Jonghe Jacob is bekend dat hij zelf 'baande' op zijn hof. Zijn weduwe zal de hofstede met een omvang van 5 gemet en 27 roeden tussen 1574 en 1585 aan ene Jan Huge Jans verkocht hebben. Dat valt namelijk op te maken uit de onderstaande overloper uit 1585, waaruit blijkt dat deze Jan Huge Jans de hofstede al weer heeft doorverkocht aan Andries Jacobs Hamelink die er ook zelf het land bewerkte.
 
fragment vande overloper van de Westwatering Walcheren uit 1585 met vermelding van de hofstede te Koudekerke
1. FRAGMENT VAN DE OVERLOPER VAN DE WESTWATERING WALCHEREN UIT 1585 MET VERMELDING VAN DE HOFSTEDE
Rond 1600 kocht de uit Oostende afkomstige koopman Cornelis Muenicx(1) de hofstede van Andries Jacobs Hamelink en enkele percelen land van Jacob Antheuniszoon Backer. Hierbij werden drie stukken land bij elkaar gevoegd, zodat één perceel met een omvang van 5 gemet en 258 roeden ontstond. Deze Cornelis Muenicx was bewindhebber van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) te Middelburg en was daarin op enig moment zelfs de grootste aandeelhouder met een geïnvesteerd vermogen van f. 50.000,-. Dat hij zeer vermogend was blijkt ook uit zijn aankopen, want hij kocht niet alleen deze hofstede maar ook de naastgelegen nòg oudere hofstede waaruit later buitenplaats Lammerenburg voortkwam. Na het overlijden van Cornelis in 1618 verkreeg Nicasia Muenicx(2) beide hofsteden inclusief de daarbij horende boomgaarden en blijkt dat hofstede 'Klein Lammerenburg' met een omvang van 5 gemet en 258 roeden gepacht werd door Jan Claysse, wat een oude spelling is voor de naam Jan Klaassen.

De naam van Cornelis Lampsins (1600-1664) was al eerder gevallen, als eigenaar van de buitenplaats Lammerenburg, die hij in 1633 had gesticht. Hij was een zoon van Cornelis Lampsins (1540-1624) en Maria Muenicx (1538-1610), die dochter van een schepen en burgemeester te Oostende was. De vermogende families Lampsins en Muenicx verruilden Oostende aan het einde van de zestiende eeuw voor Vlissingen vanwege de onrust in Vlaanderen. De Lampsins verdienden vervolgens zeer goed met de handel op West-Indië en het Caribisch gebied (o.a. Tobago). Naast de koophandel vergaarden zij hun kapitaal ook met de kaapvaart en de slavenhandel. Vanaf 1631 was Cornelis Lampsins afwisselend raad en schepen van Vlissingen en was hij sinds 1633 bewindhebber van de West Indische Companie (WIC). Van 1650 tot 1653 was hij Burgemeester van Vlissingen en in 1654 werd hij gecommiteerde der Staten-Generaal.

Uit de overloper van 1648 blijkt dat deze Cornelis Lampsins 'Klein Lammerenburg' met een omvang van 5 gemet en 258 roeden had gekocht van Nicasia Muenicx. Isaak Bouwens was op dat moment als pachter aan deze hofstede verbonden. Vermoedelijk kocht Cornelis Lampsins het hofje, dat later naar hem werd vernoemd, na de stichting van zijn buitenplaats. De bij de hofstede behorende landbouwgronden en boomgaard lagen recht achter zijn eigen buitenplaats en die zal hij met het oog op toekomstige uitbreiding van zijn tuin hebben aangekocht. Deze tuin, waarin ook de oude boomgaarden werden opgenomen, kreeg in het eerste deel van de zeventiende eeuw vorm, zoals te zien is op de hieronder afgebeelde gravure uit het prentenboek Speculum Zelandiae van Nicolaas Visscher van omstreeks 1650. Het hofje prijkt ook op de achtergrond van een schilderij van Willem Schellinkx.
 
Speculum Zelandiae uit 1650 met de gravure van buitenplaats Lammerenburg   fragment kaart Christoffel Bernaerds 1641
2. LAMMERENBURG OP DE GRAVURE UIT SPECULUM ZELANDIAE, CIRCA 1650   3. FRAGMENT KAART BERNAERDS 1641
De hofstede bleef tot 1731 onafgebroken in handen van de familie Lampsins doordat achtereenvolgens Johan Lampsins en hierna diens zoon Cornelis Lampsins eigenaar van de hofstede waren. Vermoedelijk verpachtten ook zij de hofstede aan een lokale landbouwer. Na het overlijden van Conelis Lampsins in 1729 werd Elisabeth Honing, weduwe van de Rekenmeester van Watervliet, kort eigenaar. In 1731 kwam de hofstede weer in handen van leden van de familie Lamspins maar werd het eigendom gesplitst. Juffrouw Aletta Lampsins werd eigenaar van 3 gemet en 35 roeden en jonkheer Cornelis Lampsins, heer van Brigdamme, werd eigenaar van de resterende 2 gemet en 223 roeden waarop ook de hofstede stond.

Toen Christoffel Bernaerds in 1641 zijn kaart van Walcheren publiceerde (zie afbeelding 3) gaf hij naast Lampsins buitenplaats ook hofstede 'Klein Lammerenburg' aan. Hoewel slecht zichtbaar tussen de boomgaarden, moeten we aannemen dat de hofstede ook op de kaarten van Visscher (1655) en Blaeu (1662) is aangegeven. Opmerkelijk is dat hofstede 'Klein Lammerenburg' wel ontbreekt op de als zeer nauwkeurig te boek staande kaart van Walcheren uit 1750, die door David Willem Coutry Hattinga en Anthony Hattinga werd vervaardigd. Op hun 'Kaart van het Eiland Walcheren' die drie jaar later door Isaak Tirion te Amsterdam werd uitgegeven en waarvan bekend is dat deze gebaseerd is op de in 1750 opgenomen situatie, staat de hofstede weer wèl vermeld.
 
fragment van kaart Hattinga 1750   Klein Lammerenburg op fragment kaart uit 1753
4. KLEIN LAMMERENBURG OP KAARTFRAGMENT HATTINGA IN 1750   5. KLEIN LAMMERENBURG OP KAART 1753
In de loop van de achttiende eeuw maakte het platteland van Walcheren een sterke groei door. Werd voorheen nog voedsel geïmporteerd, vanaf deze tijd nam de voedselproductie toe en was er zelfs sprake van export, met name van graan. Het hebben van een boerenbedrijf was in deze periode zeer lucratief.

Uit de transporten van onroerend goed van 1675 blijkt dat jonkheer Cornelis Lampsins, heer van Brigdamme, zijn hofstede met 2 gemet en 225 roeden landbouwgrond en boomgaard op 7 augustus 1764 via Hendrik Brouwer van de hand deed. Hiervoor werd toen een bedrag van 163 Vlaamse ponden en 10 schellingen betaald door Hendrikje Swigtman. Zij was toen reeds weduwe van landbouwer Adriaan Geertsen. Was het een vriendendienst aan de weduwe of verkeerde de hofstede in een slechte staat? We zullen het vermoedelijk nooit te weten komen. Waarschijnlijk wist Hendrikje ook niet goed wat ze met de bijbehorende boomgaard en het bos aan moest want enkele jaren later verkoopt zij deze weer terug aan de nieuwe eigenaar van buitenplaats Lammerenburg: Johan Steengracht. Deze koopt van haar op 3 juli 1767 voor 25 pond een boomgaard en op 23 juni 1769 een stuk bos voor 7 Vlaamse ponden, 15 schellingen en 5 penningen, samen met een omvang van 1 gemet en 6 roeden.

Op 19 januari 1787 verkocht Hendrikje Swigtman haar hofstede 'onder Kleijn Lammerenburg', waarbij 28 gemet en 195 roeden land hoorden, voor 1057 Vlaamse ponden aan haar zoon Geert Geertse.(3) Deze was volgens het archief van de Prefectuur 'cultivateur' van beroep(4) en gehuwd met Johanna Meeuwse. Geert leefde dus in de Franse tijd. De economische voorspoed die zijn moeder zal hebben meegemaakt zal hij zeker niet hebben overtroffen. In het laatste kwart van de achttiende eeuw nam de welvaart namelijk al weer gestaag af nadat misoogsten en veepest de boerenstand raakten. Vriendjespolitiek en corruptie kwamen steeds vaker voor en er volgde een gehate belasting op landerijen. De komst van de Fransen maakte het voor landeigenaren niet gemakkelijker omdat de handel met Engeland werd stilgelegd en Zeeland in een diepe recessie terecht kwam. Geert overleed op 62-jarige leeftijd op 8 december 1812. Zijn weduwe bleef hierna als 'landvrouw' op de hofstede wonen en stierf tenslotte op 70-jarige leeftijd op 22 maart 1832.(5)

De volgende vermelding van 'Klein Lammerenburg' komen we kort hierna tegen, op 1 april 1832. De hofstede wordt dan in de Middelburgsche Courant te koop aangeboden en hierbij werd vermeld dat deze bewoond werd door wijlen Johanna Meeuwse, weduwe van Geert Geertse.
 
fragment van het kadastraal minuutplan Koudekerke ter plaatse van buitenplaats Lammerenburg te Koudekerke omstreeks 1820   Op maandag 30 april 1832 werd hofstede 'Klein Lammerenburg' in herberg De Hoop te Koudekerke publiekelijk verkocht. Het bestond toen uit een huis, schuur, stalling, bakkeet, wei- en zaailanden, boomgaard en 'hoveniering' en had een omvang van 16 bunders, 50 roeden en 6 ellen. Ook de volledige landbouwinspan werd te koop aangeboden.(6) De hofstede, die in dat jaar ook op de kadastrale minuutplans werd aangegeven lag ingeklemd tussen buitenplaats Lammerenburg, de Zuidbeekseweg en het Lammerenburg Wegelink. Het hofje werd eigendom van de Koudekerkse bouwman Adam (Jacobusse) Pieterse. Hij was gehuwd met Janna (Janse) de Witte met wie hij een groot gezin had.
6. FRAGMENT KADASTRALE MINUUTPLAN KOUDEKERKE SECTIE G 1811-1832    
Adam Pieterse was maar zes jaar actief als landman op het hofje want op 10 juli 1838 overleed hij op 58-jarige leeftijd te Koudekerke. De hofstede werd zodoende voor de derde achtereenvolgende keer voor meer dan twee decennia door een weduwe bewoond. Janna de Witte overleed op 74-jarige leeftijd op 4 september 1858 te Koudekerke.(5) In de Middelburgsche Courant van 2 april 1859 werd de openbare verkoping van haar hofstede aangekondigd die op zaterdag 9 april 1859 plaats zou hebben.(7) De hofstede, destijds gelegen op adres B32, en de daarbij behorende wei- en bouwlanden, boomgaard en bos, met een omvang van 4 bunders, 68 roeden en 55 ellen, werden door notaris Loeff verkocht. Opmerkelijk was de voorwaarde dat de hofstede benevens 6 percelen pas op 1 mei 1863 en de overige percelen met het volbrengen van de voorwaarden konden worden bekomen.

Mogelijk waren de voorwaarde opgenomen zodat hun zoon Adam nog enkele jaren de boerderij kon runnen. Het heeft echter niet zo mogen zijn want kort na de verkoop, op 20 juni 1859 stierf hij op 40-jarige leeftijd. De hofstede bleef na de verkoop in de familie want dochter Magdalena Pieterse, landbouweres van beroep, werd er de nieuwe eigenaar van. Zij was in 1825 gehuwd met de tien jaar oudere Andries de Bree en was sinds 1838 weduwe. Zo werd zij de vierde weduwe op 'Klein Lammerenburg'. In 1881 werd de hofstede op het toenmalige adres B68 verbouwd waarna nevengebouwen werden bijgeschreven in de perceelsgewijze kadastrale leggers.

Haar zoon Abraham de Bree bleef met zijn gezin op de hofstede van zijn moeder wonen en had vanaf ca 1855 een knecht in dienst die op de hofstede inwoonde. Abraham was in 1857 getrouwd met Alberdina Luteijn, dochter van de Koudekerkse wagenmaker Izaak Luteijn, met wie hij 8 kinderen kreeg. Op 2 mei 1886 overleed Magdalena op 81-jarige leeftijd en op vrijdag 20 mei 1887 volgde een veiling van zowel hofstede 'Klein Lammerenburg' als de landbouwinspan, die door notaris J.A. de Wolff in 'De Oude Vriendschap' aan de Korenmarkt te Vlissingen werd georganiseerd.(8) Nieuwe eigenaar werd de heer D.J. Dronkers uit Middelburg die 8550 gulden neertelde voor de hofstede en de bijbehorende bouw- en weilanden met een gezamenlijke grootte van 10 hectare, 57 aren en 45 centiaren (26 gemeten, 246 roeden en 42 ellen). Abraham de Bree pachtte de hofstede hierna voor f. 595,50 per jaar en was gemachtigd tot het roven van de oogst.(9) De pacht heeft slechts kort geduurd want in 1888 werd landbouwer Abraham de Bree zelf als eigenaar van de hofstede ingeschreven in de perceelsgewijze kadastrale leggers.

De ongehuwde Johannis Abrahamse, die als landbouwersknecht 45 jaar lang eerlijk en trouw dienst had gedaan op de hofstede, overleed op 69-jarige leeftijd na een kortstondig ziekbed.(10) Abraham die zelf ook al 67 jaar oud was besloot toen een punt te zetten achter zijn landbouwersbestaan op 'Klein Lammerenburg'. Hij liet zijn bezit op 25 juni 1900 door de notarissen P. de Maret Tak en mr. Jan Loeff in café Centraal bij J. Botting te Koudekerke in het openbaar verkopen. Uit de advertenties voorafgaand aan de verkoop blijkt dat het geheel op dat moment een omvang had van 11 hectare, 21 aren en 65 centiaren (28 gemet, 175 roeden). Op 4 juli 1900 volgde de openbare verkoping van de complete landbouwinspan en de veldvruchten. Abraham overleed in 1922 te Vlissingen.
 
Klein Lammerenburg te Koudekerke   Op deze ingekleurde foto, die omstreeks 1900 werd gemaakt bij boerderij 'Klein Lammerenburg' aan de Zuidbeekseweg, staan Piet Kasse en zijn vrouw en dochter Leintje (met pop). Beiden dragen een melkjuk op hun schouders met hieraan twee zinken emmers die met melk gevuld ieder zo'n 25 kg konden wegen.

Piet Kasse werkte in de periode 1899-1911 op de naastgelegen hofstede 'Lammerenburg', met adres B123(11) en was in de jaren dertig verantwoordelijk voor het ophalen van het huisvuil in buurtschap Lammerenburg.(12)
7. HOFSTEDE KLEIN LAMMERENBURG AAN DE ZUIDBEEKSEWEG (voor 1906) (N109)    
Nieuwe eigenaar van hofstede 'Klein Lammerenburg', met adres B124, werd Hendrik Januszoon Maas. Hij was een 26-jarige landbouwer uit Koudekerke die enkele weken na de aankoop van de hofstede op 27 juli 1900 in het huwelijk trad met de toen 30-jarige Tannetje de Buck. Het huwelijk zou slechts 1 jaar en 9 maanden duren want op 18 april 1902 overleed zijn vrouw bij de geboorte van hun levenloze dochtertje.(13)

Hendrik hertrouwde hierna op 1 mei 1903 met de 28-jarige Christina Mauer uit Koudekerke. Dit huwelijk bleef kinderloos. Uit de perceelsgewijze kadastrale leggers blijkt dat de hofstede in de periode 1900-1910 door hen werd uitgebreid. Er werd in die periode een keet en schuur en in 1911 een gedeeltelijke sloop bijgeschreven. Op 30 oktober 1911 werden een merrie en 8 baatgevende melkkoeien, een lam en een geit en diverse wagens en landbouwwerktuigen alsmede enige huisraad te koop aangeboden op hofstede 'Klein Lammerenburg'.(14) Het echtpaar vertrok naar Zoutelande waar Hendrik tenslotte in 1944 en Christina in 1959 overleden.
 
Familieportret bij Klein Lammerenburg te Koudekerke   Eind 1911 blijkt landbouwer Jan Janszoon Koole uit Vlissingen voor 2/3 eigenaar te zijn geworden van de hofstede die dan met adres B150 wordt aangeduid. Hij was afkomstig van een ander hofje aan de Koudekerkschen Straatweg dat lag op de hoek met de Vrijdomsweg in Vlissingen.(15) Hier links staat zijn gezin in dracht afgebeeld: We zien Jan Koole (1869-1962) met zijn tweede vrouw Adriana Bosschaart (1880-1944). Jan Koole heeft hier gouden oorringen in en was een van de laatste op het dorp met lang haar. Naast Jan staat dochter Johanna en naast Adriana staat dochter Maatje. Hierachter van links naar rechts zien we Cornelis, Magdalena, Jan, Willemina en Willem Koole.
8. DE FAMILIE KOOLE OP KLEIN LAMMERENBURG TE KOUDEKERKE (1920-1930)    
Omdat het kadastrale minuutplan uit 1878 tot 1922 blijkt te zijn bijgewerkt kan niet precies achterhaald worden wanneer de schuur precies herbouwd is en wanneer er aanpassingen aan het woonhuis en de wagenschuur hebben plaatsegevonden. Dit kan omstreeks 1881 zijn geweest toen een verbouwing werd vermeld (zie eerder) en/of net voor de verkoop aan Jan Koole in 1911. In 1912 blijkt er in ieder geval sprake te zijn van twee woonhuizen, schuren en een tuin. In september van dat jaar bood hij in 'De Zeeuw' een partij oude straatkeien, ramen, deuren en kozijnen aan, vermoedelijk afkomstig van een verbouwing op zijn boerderij.(16) In de jaren erna verschijnen er regelmatig advertenties waarin Jan Koole aangaf op zoek te zijn naar een handknecht, meid en dienstbode. De kinderen van het gezin waren nog jong, dus een paar extra handen kon zowel thuis als op het bedrijf goed worden gebruikt. Een opmerkelijk feit deed zich voor in november 1919, toen op de hofstede een dood kalf werd geboren met twee koppen. Tenslotte werd in 1929 nog een 'slooping' vermeld in de perceelsgewijze kadastrale leggers.
 
Klein Lammerenburg te Koudekerke   De kinderen op de hiernaast afgebeelde foto zijn de drie broers (vlnr: Willem, Cornelis en Jan) en twee jongste zusjes Johanna (links) en Maatje (rechts). Ze staan op het erf van hun vader bij een houten hondenkar met lamp (hond: Bello) waarmee in de jaren twintig en dertig melk, boter en eieren werden bezorgd. Van Willem, Jan en Cornelis Koole is bekend dat zij melkslijter waren. Op de achtergrond is links het woonhuis te zien met naast de deur een waterput en rechts het raam met de kleine luiken in de opkamer en hieronder het nog veel kleinere kelderraampje met enkele luik. Rechts stond de oude wagenschuur.
9. HOFSTEDE KLEIN LAMMERENBURG TE KOUDEKERKE CA 1920-1930 (228)    
Uit de huwelijksakten van zowel dochter Willemina als zoon Willem blijkt dat Jan Koole vanaf 1936 landbouwer in ruste was.(17) Het gezin verhuisde in de jaren erna naar de Vlissingsestraat (nu Gerbrandystraat 78). Jan Koole bleef echter wel eigenaar van de hofstede die hierna door Abraham Kluijfhout werd gebruikt.

Het huis van de familie Koole aan de Vlissingsestraat bood tijdens de inundatie ook onderdak aan de familie Barentsen. Magdalena Barentsen-Koole was met haar man en kinderen van hun boerderij aan de Middelburgsestraat hierheen gevlucht omdat het water bij hun boerderij in Koudekerke bewoning onmogelijk maakte. Het huis van haar ouders lag hoger en viel vaker droog. Op 1 november 1944 omstreeks 17:30 sloeg het noodlot voor de familie Koole toe. Bij een beschietingen met granaatvuur door een Typhoon van de RAF, op de eerste dag van de bevrijding van Walcheren, werd de Vlissingsestraat tussen de Zuidbeekseweg en Grenswegeling aangevallen. De familie vierde die dag op de bovenetage de verjaardag van Jaantje Koole die eenentwintig jaar werd. Toen men vliegtuigen hoorde gingen vader (Pieter Barentsen) en zoon (Jan Willem Barentsen) voor het raam kijken. Een granaat trof het huis aan de zijkant waar het een verwoestende uitwerking had. Bij de treffer brak direct grote paniek uit. Magdalena schreeuwde met haar dochter vanaf het balkon om hulp, waarop hulp werd geboden door verpleegster Rosa van Dierendonck-Zeegers die in de Vlissingsestraat woonde en haar broer Cornelis Koole, die met zijn gezin tijdelijk rechttegenover zijn vader woonde en zelf zijn 6-jarige zoon Jan Koole gewond zag raken door een granaatscherf van dezelfde bom. De achtjarige zoon van Magdalena, Jan Willem Barentsen (8 jaar) was op slag dood. Haar man, Pieter Barentsen (40 jaar) en haar moeder Adriana Koole-Bosschaart (64 jaar)(5) werden onmiddelijk in een roeiboot gelegd en overgebracht naar Middelburg. Adriana bezweek kort nadat zij in het bootje gelegd was en haar lichaam is toen naar Koudekerke gebracht waar ze met haar kleinzoon Jan Willem de volgende dag is begraven. Pieter Barentsen werd 's avonds in een roeiboot naar het ziekenhuis in Middelburg overgebracht waar hij de volgende dag overleed aan zijn verwondingen. Moeder en dochter Barentsen die de aanval wel overleefden vertrokken naar Koudekerke, waar ze onderdak kregen in de consistoriekamer van de Michaëlskerk.(18)

Aan de overzijde van de straat waren nog twee slachtoffers te betreuren. De woning (tegenwoordig Gerbrandystraat 33) van het echtpaar Van de Heijden werd getroffen waarbij Pieter Cornelis van der Heijden (37 jaar) en zijn vrouw Johanna Cornelia van der Heijden (31-jaar) overleden. Na de bevrijding werd ter nagedachtenis van de oorlogsslachtoffers een oorlogsmonument opgericht waarop onder andere de namen van deze vijf slachtoffers werden vermeld. Dit monument bevindt zich nu in de Biggekerksestraat te Koudekerke.

In de jaren na de oorlog bleef Abraham Kluijfhout de boerderij bewonen. Jan Koole stond in 1950 nog wel een weiland van 'Klein Lammerenburg' af ten behoeve van de oprichting van 'Speeltuin Lammerenburg'. Jan Koole overleed tenslotte op 23 april 1962, hij was toen 92 jaar oud. Na de grenswijziging in 1966 viel de boerderij binnen de gemeente Vlissingen.
 
Hofstede Klein lammerenburg te Koudekerke omstreeks 1970   In de jaren zeventig werd vanuit de hoge flats aan de Van Raaltestraat deze foto gemaakt in de richting van de Zuidbeekseweg. Hierop is de boerderij goed te zien.

Vooraan staat de houten schuur, die vermoedelijk tussen 1901 en 1910 werd herbouwd. De vrij hoge gootlijn versterkt dit vermoeden. Daar achter ziet u het woonhuis en rechts daarvan de wagenschuur. Op het erf staat rechts de bakkeet. De erfafscheiding die daar rechts van loopt vormde vroeger de grens met de buitenplaats.

Op de voorgrond ziet u de bebouwing aan de Gerbrandystraat.
10. HOFSTEDE KLEIN LAMMERENBURG TE KOUDEKERKE (CA 1970)    
Abraham Kluijfhout hield boerderij 'Klein Lammerenburg' in bedrijf tot dat deze in 1991-1992 ten prooi viel aan de stedelijke uitbreiding van Vlissingen. Hier bevindt zich nu de woonwijk Rosenburg.

copyright © 2001-2024 Sjoerd de Nooijer
laatst bijgewerkt op: 31 05 2021

locatie:
Zuidbeekseweg, Vlissingen

bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: Sjoerd de Nooijer
afb. 2: speculum zelandiae ca 1650
afb. 3: kaart bernaerds (ZA), 1641
afb. 4: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 5: kaart hattinga, 1753
afb. 6: minuutplan G2, 1811-1832
afb. 7: Karel Noorlander
afb. 8 en 9: archief J. Roose
afb.10: beeldbank GV FA7736

geraadpleegde bronnen:
- Roose, J. en Roose, W.P., Kent u ze nog... die van Koudekerke, Zaltbommel, 1981
- Sakkers, H. en Noorlander K., Koudekerke in de Tweede Wereldoorlog, De Drukkerij/ Schrijverspodium, 2013
- Jaco Simons
- Jan Koole
- Gemeentearchief Vlissingen (GV)
- Zeeuws Archief (ZA)
- Atlas Hattinga, Kaart van Walcheren [blad 8], (1750), (ZA inv.nr. 23)
- Kaart C. Bernaerds, Atlas Hattinga Zeeland (ZA inv.nrs. 12-13)
- Overlopers/Vergaarboeken uit Polder Walcheren (ZA inv.nrs. 280,282,282a,927,928,929 en 933)
- Overloper uit Rekenkamer van Zeeland, gedeponeerde archieven (Rekenkamer II) (ZA inv.nr. 1153)
- Handschriftenverzameling
Rijksarchief Zeeland (ZA inv.nrs. 1203,1204 en 1205)
- Kadastrale minuutplans
(ZA inv.nrs. 1029, 4627 en 4628)
- Perceelsgewijze kadastrale leggers
(ZA inv.nrs. 1473-1479)
- Geboorteakten Koudekerke
1811-1909 (ZA)
- Huwelijksakten Koudekerke
1811-1934 (ZA)
- Overlijdensakten Koudekerke
1811-1959 (ZA)
- www.wikipedia.org
- www.zeeuwengezocht.nl
- www.kranten.kb.nl
- www.krantenbankzeeland.nl
- www.watwaswaar.nl

voetnoot 1:
Er is hier gekozen voor de meest voorkomende schrijfwijze voor 'Muenicx', er werd vroeger ook wel Munnikx of Meunicx geschreven

voetnoot 2:
Nicasia Muenicx was toen reeds gescheiden van Nicolaas Claissen Honing (1557-1615)

voetnoot 3:
bron: archief Rekenkamer van Zeeland, Transporten onroerend goed Walcheren (2) 1757-1805 (ZA toegang 511, inv.nr. D69661)

voetnoot 4:
bron: archief Prefectuur (ZA inv.nr 56)

voetnoot 5:
bron: Burgerlijke Stand Zeeland (1796) 1811-1980, Overlijdensakten Koudekerke 1811-1959 (ZA toegang 25)

voetnoot 6:
bron: Middelburgsche Courant 17-4-1832

voetnoot 7:
bron: Middelburgsche Courant 2-4-1859 en 7-04-1859

voetnoot 8:
bron: Middelburgsche Courant 9-5-1887

voetnoot 9:
bron: De Zeeuw 21-5-1887

voetnoot 10:
bron: Vlissingse Courant 9-4-1900

voetnoot 11:
bron: Tableau van de Wijkverdeling en Nummering der Woonhuizen in de gemeente Koudekerke (ZA toegang 2290 inv.nr 723-725)

voetnoot 12:
bron: Middelburgsche Courant 24-8-1937

voetnoot 13:
bron: De Zeeuw 22-4-1902

voetnoot 14:
bron: De Zeeuw 14-10-1911

voetnoot 15:
bron: Vlissingse Courant 9-12-1911

voetnoot 16:
bron: De Zeeuw 13-9-1912

voetnoot 17:
bron: Burgerlijke Stand Zeeland (1796) 1811-1980, Koudekerke huwelijksakten burgerlijke stand (ZA toegang 25)

voetnoot 18:
bron: Sakkers, H. en Noorlander K., Koudekerke in de Tweede Wereldoorlog, De Drukkerij/ Schrijverspodium, 2013