Logo koudekerke.info
voor 600 | 600-1200 | 1200-1650 | 1650-1800 | 1800-1850 | 1850-1900 | 1900-1940 | 1940-1944 | 1944-heden
algemeen
religie
boerderijen
buitenplaatsen
- der boede
- ter hooge
- lammerenburg
- steenhove
- zwanenburg
- paauwenburg
- westerwijk
- grooten boomgaard

veldnamen
molens
grondgebruik
kustzone
kasteel Ter Hooge te Koudekerke
Buitenplaats Ter Hooge
 
Kasteel ter Hooge bij Koudekerke
1. KASTEEL TER HOOGE, FOTO 14-5-2010
Kasteel Ter Hooge is een van de oudste buitenplaatsen op Walcheren en stamt uit het eind van de dertiende eeuw. Hiermee is het een stuk ouder dan de meeste buitenplaatsen die in de gouden eeuw zijn ontstaan. De naam Ter Hooge werd, voor zover nu bekend, voor het eerst genoemd in 1289 en kent waarschijnlijk z'n oorsprong in het feit, dat een oude burcht die hier werd gebouwd hoger in het landschap was gelegen. Mogelijk kan die burcht op een door de mens opgeworpen hoogte (werf) zijn gebouwd, zoals wel vaker voorkwam in die tijd.

Vermoedelijk heeft er eerst een houten burcht op de plaats van het latere stenen kasteel gestaan. Het kasteel, zoals we dat vandaag de dag kennen, is pas in de achtiende eeuw ontstaan en bevat nog slechts enkele elementen van zijn middeleeuwse voorganger(s). Waarschijnlijk was edelman Sijmon van der Hooge de bouwheer van het eerste kasteel. Het was in deze periode gebruikelijk, dat een edelman zich liet noemen naar zijn bezittingen want hij was eigenlijk een telg uit het geslacht van Koudekerke en een zoon van Wisse van Koudekerke die in Vlissingen een steenhuis had laten bouwen. In de strijd tussen de Hollandse en de Vlaamse graven koos Sijmon van der Hooge duidelijk partij voor de Hollandse graaf want in 1291 beloofde hij de graaf van Holland met lijf en goed getrouwelijk te zullen dienen.

Van het geslacht Van der Hooge komen we in geschriften onder andere de naam Muscet van der Hooge tegen als ambachtsheer van Wellixwerve en Poppendamme en diens zoon Jan van der Hooge als ambachtsheer van Hoogelande. In 1360 loopt een plaatselijk geschil tussen de ambachtsheren Jacob van der Hooge, Willem van der Boede en Pieter van der Boede (van huis Der Boede) zo hoog op dat Willem en Pieter samen Jacob van der Hooge dood slaan. De vader van Jacob van der Hooge, Hugo Muscet van der Hooge bracht op zijn beurt hierna de rentmeester Poppe om het leven. Aan deze geweldadigheden lagen vermoedelijk onenigheden over eigendommen en bergrenzingen van gronden ten grondslag.

Kort na deze geweldadigheden komt Ter Hooge in handen van de vermaarde families Van Borssele - Van Brigdamme en Van Borssele - Van der Veere en wisselt het eigendom van het huis tussen leden van deze families, totdat het huis en de omliggende heerlijkheden in 1448 in bezit komen van Adriaan van Borssele, ridder en Heer van Kleverskerke. Hij (en zijn nakomelingen) noemde zich vanaf dat moment, net als zijn verre voorgangers alleen naar de naam van hun bezit, dus Adriaan van der Hooge, mede omdat van hem werd betwijfeld of hij wel een echte Van Borssele was. Op 9 mei 1485 verleende Maximiliaan van Oostenrijk aan Ardiaan van der Hooge verschillende gunsten ten behoeve van het kasteel. Zo mochten misdadigers, zolang ze maar geen aanslag tegen de vorst of de staat op hun geweten hadden, op het ommuurde plein buiten het kasteel een 'vrije plaats' hebben. Verder is bekend dat een weg naar Ter Hooge met bomen mocht worden beplant.

Na Adriaan van der Hooge werd zijn zoon Joos van der Hooge(†1505) eigenaar en bewoner van het kasteel. Aan hem werden door Philips van Oostenrijk op 30 mei 1501 privileges verleend voor de bouw van een valbrug over de gracht en mocht hij op het kasteel zijn eigen bier brouwen, zonder dat daarvoor aan de graaf betaald hoefde te worden. Verder kreeg hij het recht tot vrije jacht op haar- en pluimwild en op visserij. Als bijzonder voorrecht werd nog bepaald, dat de kapel van Ter Hooge dagelijks moest worden bediend door een priester, beurtelings uit Middelburg en Vlissingen. Na Joos waren achtereenvolgens Adriaan van der Hooge(†1548) en Jan van der Hooge(†1575) eigenaar en bewoner van Ter Hooge. Tijdens de periode, dat Jan van der Hooge eigenaar was, werd het kasteel in 1561 door een muur en ophaalbrug aan te brengen verder versterkt .(1)
 
kasteel Ter Hooge te Koudekerke omstreeks 1640
2. KASTEEL TER HOOGE OMSTREEKS 1640
3. KASTEEL TER HOOGE IN 1696
Ondanks deze versterking heeft Ter Hooge veel te lijden gehad van de strijd om Middelburg, tussen de Geuzen en de Spanjaarden. Op 20 april 1572 werd het kasteel door kapitein Treslong van de Geuzen bezet en vluchtte Jan van der Hooge, ondanks dat hij aanhanger van Willem van Oranje was, noodgedwongen via Veere naar Brabant. Het interieur van het kasteel werd grotendeels door de Geuzen verwoest. Toch kon de aangerichte schade na de bevrijding van Middelburg in 1574 worden hersteld. Kort hierna overleed Jan van der Hooge in 1575 en werd zijn zoon Pieter van der Hooge(†1617) eigenaar en bewoner van het kasteel. Diens zoon Philips(†1662) was de eerste, die de naam Van Borssele weer wel voerde, dus Philips van Borssele - Van der Hooge. Hij kreeg een zoon die hij vernoemde naar zijn vader, dus Pieter van Borssele - Van der Hooge. Deze volgde Philips na zijn dood in 1662 op als eigenaar en bewoner van ter Hooge. Pieter overleed 17 jaar na zijn vader in 1679. De laatste telg uit deze familie van Borssele - Van der Hooge die op het kasteel Ter Hooge heeft gewoond was vernoemd naar zijn grootvader, en heette weer Philips van Borssele - Van de Hooge. Philips werd in 1669 op Ter Hooge geboren en bleef zijn hele leven de katholieke godsdienst trouw, ondanks de veranderingen, die zich intussen op godsdienstgebied hadden voorgedaan. Dit heeft zijn verblijf op Walcheren wellicht ongunstig beïnvloed, waardoor hij in 1712 overging tot de verkoop van het ambacht en het kasteel. Hij vertrok richting Vlaanderen.
 
plattegrond kasteel Ter Hooge te Koudekerke   Het kasteel heeft in de periode, dat het eigendom was van de familie van Borssele - Van der Hooge verschillende ontwikkelingen doorgemaakt.

Na verloop van tijd omvatte kasteel Ter Hooge een hoofdgebouw met één toren en een aantal bijgebouwen, waaronder een kapel. De bijgebouwen waren gegroepeerd rond een centraal binnen- plein. Het geheel was omgeven door een gracht en twee poorten waarvan er één aan de noordzijde lag en één aan de zuidzijde. Deze tweede poort was voorzien van een valbrug. Ernaast lag een galerij, welke in 1640 gebouwd schijnt te zijn.
4. PLATTEGROND TER HOOGE OMSTREEKS 1640
 
Het kasteel en ambacht werden kort na het vertrek van Philips van Borssele eigendom van Pieter de Vos, welke bewindhebber was van de kamer Zeeland van de Vereenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.) en het in 1713 weer doorverkocht aan de Middelburgse koopman Steven Scheyderuyt. Hij was schipper op een van de schepen van de V.O.C. en liet rond het kasteel een formele tuin aanleggen met vier sterrebossen, een gracht en een laan achter het huis. Dit was qua grondgebruik een breuk met het verleden omdat de gronden rond het kasteel hiervoor louter functioneel werden gebruikt.
 
Gravures door Cornelis Pronk omstreeks 1743, van Kasteel Ter Hooge nabij Koudekerke
5. GRAVURE ACHTERZIJDE KASTEEL TER HOOGE
UIT 1743 DOOR CORNELIS PRONK
 
6. GRAVURE VOORZIJDE KASTEEL TER HOOGE
UIT 1743 DOOR CORNELIS PRONK
Op de gravures van Cornelis Pronk uit 1743 is te zien hoe het kasteel er toen moet hebben uitgezien. Op dat moment is Ter Hooge reeds in handen van de rijke grootgrondbezitter Ewout van Dishoek welke het kocht van de zuster van Scheyderuyt in 1739. Van Dishoek was schepen en raad van Middelburg en sinds 1733 bewindvoerder van de V.O.C. In 1744 overleed hij waarna zijn erfgenamen Ter Hooge in 1751 van de hand deden en verkochten aan Jan van Borssele, baron van Borssele en bewindvoerder van de V.O.C. sinds 1743.

Hij was de derde opeenvolgende eigenaar van Ter Hooge welke voor lange tijd een functie binnen de V.O.C. heeft vervult. Alle drie hebben ze een schip van de V.O.C naar het landgoed Ter Hooge genoemd in 1723, 1726 en 1776. Ook naar buitenplaats Toorenvliet is een schip vernoemd, dat in 1750 werd gebouwd en waarop Gelenus Tresel Bevers bewindvoerder was (1725-1770).(2)

Jan van Borssele was afkomstig uit de protestantse tak van de familie van Borssele, welke de toevoeging 'Van der Hooge' niet voerde. Hij bekleedde een van de machtigste posities in de Zeeuwse politiek, die van Eerste Edele in Zeeland, waarmee hij op verzoek van Willem IV een positie vertegenwoordigde in de Staten. Hij vatte het plan op om, van het inmiddels in een slechte staat verkerende Ter Hooge een modern kasteel te maken dat kon dienen als buitenverblijf, aangezien hij zelf woonachtig was in Den Haag. Hiertoe werd het oude kasteel en een bijbehorende kapel grotendeels afgebroken en werd er gedurende de jaren 1754 tot 1757 gebouwd aan het nieuwe kasteel waarvan alleen de toren en één zaal, die in het middelste bouwdeel is opgenomen, gehandhaafd bleven. In 1757 was het kasteel getransformeerd in het statig landhuis zoals we nu Ter Hooge kennen. Vermoedelijk was de architect Jean de Lage uit Den Haag.
 
foto achterzijde kasteel Ter Hooge nabij Koudekerke
7. ACHTERGEVEL TER HOOGE, FOTO 8-10-2009
Het huis bestaat sinds die tijd uit drie delen van gelijke breedte, met ieder vier vensters naast elkaar in de achtergevel. Tegen het middelste bouwdeel werden twee vleugels gebouwd met in de hoeken de ingangen. De indeling van het gebouw is in grote lijnen gelijk aan het ontwerp uit 1753. In de linkervleugel ligt de salon, dit was het belangrijkste vertrek, dat voorzien is van een koepelvormig rococo plafond. De twee kamers aan de achterzijde zijn eveneens voorzien van een versierd plafond. In de grote zaal, die driekwart van het centrale bouwdeel beslaat, is stucwerk gebruikt als decoratie van de moerbalken in het plafond. De ruimte is verder versierd met gestucte trofeeën met muziekinstrumenten en jachtattributen op de wanden. In de rechtervleugel werden de dienstvertrekken ondergebracht. Deze vleugel is in de negentiende eeuw grotendeels gewijzigd. Martin van der Broeke (zie bron) maakt in zijn analyse aannemelijk dat architect Jean de Lage vermoedelijk geïnspireerd is door een Frans boek van de hand van Jaques-François Blondel uit 1737 waarin een vergelijkbaar buitenhuis is beschreven.
 
Rond het vernieuwde kasteel werd reeds vanaf 1751 een bos en een tuin in barokke stijl aangelegd met enkele rococo invloeden. Van de eerdere formele tuinaanleg bleef weinig tot niets over. Van de barokke tuinaanleg zijn twee plannen uit 1751 en 1753 van architect De Lage bekend, waarvan het laatste plan grotendeels is uitgevoerd. Ook hier liet De Lage zich weer inspireren door een Frans boek 'La Théorie et la Pratique du jardinage' van A.J. Dezallier d'Argenville. Op de kaart van Hattinga uit 1750 (en bijgewerkt tot 1753) zijn delen van de nieuwe tuinaanleg aangegeven maar valt af te leiden, dat dit een momentopname was van een tuin in aanleg. Opvallende kenmerken in het wel geraliseerde tuinontwerp uit 1753 zijn de grote vijver met een weids uitzicht erachter op de landerijen, de slingerende paatjes (rococo), het hertenkamp en grote bospartijen. De gracht aan de voorzijde werd gedempt. Na het overlijden van Jan van Borssele in 1764 hertrouwde zijn veel jongere vrouw met Steven Walraad. De buitenplaats en daarbij behorende onderdelen werden overgedaan op Cornelis Kien van Citters (1732-1805). blank afbeelding van het niet gerealiseerde tuinontwerp van architect De Lage uit 1751 voor Ter Hooge te Koudekerke
    8. NIET GEREALISEERD ONTWERP DE LAGE 1751
kasteel Ter Hooge te Koudekerke in 1785 door Jan Arends   reconstructie van twee kaartfragmenten van hattinga uit 1750 met kasteel Ter Hooge te Koudekerke
9. TER HOOGE OMSTREEKS 1785 GETEKEND DOOR JAN ARENDS    10. RECONSTRUCTIE ATLAS HATTINGA 1750
Cornelis Kien van Citters was van 1753 tot 1772 schepen, raad en burgemeester van Middelburg en was vanaf 1757 ook bewindhebber over de Oost-Indische Companie. Hij was getrouwd met Magdalena Adriana Steengracht. Haar zuster bewoonde in die tijd de buitenplaats Toornvliet. Cornelis Kien liet in 1785 door Jan Arends een serie van 10 prenten van Ter Hooge maken, waarvan de afbeelding hierboven er één is. Net als op veel andere buitenplaatsen werd er tegen het einde van de 18e eeuw regelmatig kaphout van buitenplaatsen te koop aangeboden, zo ook door de eigenaren van Ter Hooge. Op 7 januari 1784 werd enige gemeten 5 jarig elzen- en essenkaphout verkocht.(3)

Op 6 november 1805 stierf Cornelis Kien van Citters waarna Ter Hooge door zijn erfgenamen werd verkocht aan Daniël Jaques de Superville, koopman te Middelburg, voor f. 45.000,-. Deze was voor de Franse tijd eveneens schepen en raad van Middelburg en heeft net als zijn voorgangers de functie als bewindhebber van de Oost-Indische Companie vervuld. De tuin rond Ter Hooge moet in de periode 1806-1809 zijn aangepast in de Engelse landschapsstijl. De oprijlaan voor het huis maakte plaats voor een vista, bestaande uit een gazon en een slingerende oprijlaan. Ook de vijver naast het huis kreeg een slingerend verloop, waarbij de zichtas uit de formele tuinaanleg behouden bleef. Rond de waterpartij en door het bos werden paden aangelegd, welke uitzicht boden op enerzijds het water en anderzijds op het omliggende agrarische landschap.

Het hout, dat door de aanleg van de paden in het bos vrijkwam zal openbaar zijn verkocht, wat doorgaans werd aangekondigd in een krant, net zoals gebeurde voor een verkoping op 12 januari 1820 door notaris Loeff waarbij in de Middelburgsche Courant van 8 januari 1820 werd aangekondigd, dat op de buitenplaats 'Het Slot ter Hooge' van 7 à 8 Gemeten bos vijf en zes-jarige essen en elzen samen met een partij wilgen kaphout werd aangeboden. In 1821, 1822, 1827, 1828, 1829, 1830 en 1831 volgden vergelijkbare verkopen van partijen hout.(4)
 
De kenmerken van het deel van het tuinontwerp waarin de paden waren aangelegd tonen grote gelijkenis met ontwerpen van de bekende Haarlemse tuinarchitect Jan David Zocher senior (1763-1817). Aangenomen wordt, dat Zocher verantwoordelijk was voor tweederde van het tuinontwerp en dat het deel achter het huis door de Middelburgse tuinarchitect Pieter Schuppens is ontworpen.

Van Schuppens zijn enkele ontwerp tekeningen bewaard gebleven. Dit deel van de tuin bestond uit verschillende, door kronkelpaden verbonden, onderdelen. Een onregelmatig gevormde gracht omringde het huis aan drie zijden. Erachter lagen de akkers met aan het einde op een verhoging een open koepelvormig bouwwerk. Dit was geplaatst rond 1809 en vertoonde gotische spitsbogen tussen de kolommen. De koepel lag verscholen in een sparrenbos en was slechts vanaf één zijde van het kasteel zichtbaar.

Verder bevond zich in dit deel van de tuin nog een kleine menagerie (diergaarde) welke zich, net als de koepel, aan het eind van een zichtas stond, bij een bloemperk. Mogelijk had dit gebouwtje een zogenaamde Janusgevel; dat wil zeggen met twee compleet verschillende gevelstijlen. Verder waren een vijver en een bergje nog noemenswaardige elementen van de tuinaanleg van Schuppens.
  koepel met minervabeeld in tuin bij kasteel Ter Hooge te Koudekerke
    11. KOEPEL MET MINERVABEELD, FOTO 1915
Daniël Jaques de Superville overleed in 1846, waarna zijn neef Daniël Marinus van Dusseldorp de Superville eigenaar werd van Ter Hooge. Hij was rechter in de arrondissementsrechtbank te Middelburg en verkocht kasteel Ter Hooge op 1 oktober 1856 bij een publieke verkoping aan Henri Dignus von Brucken Fock.(5) Deze was grootgrondbezitter en lid van de Centrale Directie van de Polder Walcheren. De boerderij Groot ter Hooge was niet bij deze verkoop inbegrepen, want deze werd op 19 maart 1856 afzonderlijk verkocht aan Pieter Dekker. Mogelijk werd in deze periode ook het tuinontwerp van kasteel Ter Hooge versimpeld. In 1857 werd de veldminuut Middelburg gemaakt waarvan hiernaast een fragment is weergegeven. Hierop is de landschappelijke tuinaanleg zichtbaar met onder meer de slingerende vijver en oprijlaan, de vista en paden door het omliggende bos. In oktober 1871 verkocht Henri Dignus von Brucken Fock Ter Hooge aan Willem Aarnoud baron van Lynden (1836-1913). Deze was achtereenvolgens lid van de Gedeputeerde Staten van Zeeland, burgemeester van Koudekerke en kamerheer der Koningin in bijzondere dienst. Later werd hij tot graaf verheven.   Fragment veldminuut Middelburg uit 1857, met aangifte van kasteel Ter Hooge te Koudekerke
    12. VELDMINUUT MIDDELBURG 1857
Hij liet het kasteel tussen 1873 en 1880 in- en uitwendig verbouwen waarbij onder andere twee kamers aan elkaar werden gekoppeld tot een suite, wandbetimmeringen werden aangebracht en plafonds werden aangepast. Het geheel werd in een neorenaissance stijl uitgevoerd. Aan de gevels werden enkele ramen aan de voor- en achterzijde van de zaal aangepast, werd aan de achterzijde een balkon en aan de voorzijde een veranda met klok aangebracht, allen naar ontwerpen van de Goese architect J.H. Hannink. Ook de tuin werd op onderdelen gemoderniseerd waaronder een bloementuin en nieuwe oprijlaan langs de oranjerie. Het is niet bekend wie de wijzigingen heeft ontworpen. Van een onbekende Amsterdamse architect was het ontwerp van de oranjerie, welke het familiewapen van de familie Van Lynden draagt. Een serie met prachtige interieur en exterieur foto's van mevrouw Sobels van Lynden staat hier. Hieronder staan twee foto's uit die serie afgebeeld:
 
Koudekerkseweg (voorheen) te Koudekerke   Koudekerkseweg (voorheen) te Koudekerke
13. INTERIEUR ZAAL VAN KASTEEL TER HOOGE (N168)   14. INTERIEUR EETKAMER TER HOOGE (N164)
Van Lynden stierf in 1913, waarna zijn vrouw Wilhelmina Johanna de Bruyn (1842-1926) ter Hooge tot haar dood zou blijven bewonen. Zij kocht de uitspanning tegenover het inrijhek van Ter Hooge en lied dit verbouwen tot twee arbeiderswoningen. Nadat zij in 1926 stierf werd de neef van haar man, Rudolf Willem baron van Lynden de nieuwe eigenaar van Ter Hooge. Hij was voorzitter van de Directie der polder Walcheren. Samen met tuinarchitect Leonard Springer reorganiseerde hij het bos, liet een rotstuin aanleggen en ook enkele tuinhuizen bouwen.

In 1933 dreigde de karakteristieke eikenlaan, behorende bij het slot Ter Hooge verloren te gaan door de geplande verbreding van de straatweg van Middelburg naar Koudekerke. Na tussenkomst van de Schoonheidscommissie en het Staatsbosbeheer heeft de ingenieur van de provinciale waterstaat zijn medewerking verleend tot het sparen van de laan, waarna Gedeputeerde Staten van Zeeland van een reeds voorziene veiling afzagen.(6)
 
Foto van kasteel ter Hooge na de inundatie van 1944 voordat met de herplant is begonnen  
15. FOTO VAN BUITENPLAATS TER HOOGE NA DE INUNDATIE VAN 1944 VOORDAT MET DE HERPLANT IS BEGONNEN  
Practisch de gehele landschappelijke tuinaanleg werd bij de inundatie van 1944 verwoest. Na het droogvallen van Walcheren, werd door de Heidemij, in samenwerking met Van Lynden een nieuw ontwerp voor het park gemaakt, dat een vereenvoudigde versie was van het vooroorlogse landgoed. In 1947 werd het park opnieuw aangeplant. Het bos rond het kasteel bestaat sindsdien grotendeels uit eiken, essen en esdoorns. Daarnaast zijn beuken, tamme kastanjes, lindes en andere soorten aangeplant, veelal groepsgewijs of in een lijnbeplanting. Langs de randen van de gazons zijn veel sierstruiken en exoten te vinden. Het bos is rijk aan stinzenplanten. Deze van origine aangeplante soorten zijn kenmerkend voor landgoedmilieus, waar ze vanaf de achttiende eeuw zijn verwilderd. Soorten die nu op het landgoed voorkomen, zoals gulden boterbloem, voorjaarshelmbloem, aronskelk en stengelloze sleutelbloem, komen ook in oude documenten over Ter Hooge voor.
 
Voorzijde kasteel Ter Hooge nabij Koudekerke   Westzijde kasteel Ter Hooge nabij Koudekerke
16. VOORZIJDE KASTEEL TER HOOGE GEHULD IN MISTFLARDEN, FOTO 2001   17. TER HOOGE UIT HET WESTEN, FOTO 08-10-2009
De percelen die bekend staan onder de naam 'Steene Banken' ontlenen hun naam aan twee tot Ter Hooge behorende banken, die jarenlang in de noordelijke berm van de Koudekerkseweg hebben gestaan.(7)
 
Het open veld voor kasteel Ter Hooge biedt sinds mensenheugenis een prachtige blik op het kasteel. Niet verwonderlijk dat hier reeds sinds lange tijd een tweetal stenen banken stond. Ze zijn vermoedelijk vervaardigd van oude trap- of bordestreden van het oude middeleeuwse slot Ter Hooge. Lange tijd hebben deze natuurstenen banken de elementen, oorlogen, inundatie en wegverbredingen overleefd. In 1933 werden ze hierdoor nog verplaatst en toen werden door de eigenaar van Ter Hooge, mr. dr. R.W. Graaf van Lynden, twee boompjes geschonken welke de oude plaats duidelijk aangeven. In 1973 verdween al eens kort één bank. Na asfalteringswerken bleek hij van zijn voetstuk te zijn gevallen en in de zachte bodem te zijn weggezakt. De bank werd teruggeplaatst en de daaropvolgende jaren bleven de banken een aangename rustplaats voor voorbijgangers. In 1982 blijken de banken plotseling verduisterd en de restanten deels vernield te zijn. De banken zijn nooit meer teruggevonden.(8) blank de stenen banken bij Ter Hooge te Koudekerke in 1967
    18. EEN VAN DE STENEN BANKEN IN 1967
Na de verhuizing van baron Van Lynden in 1950 naar Oostkapelle bracht deze het landgoed onder in de stichting Lynden ter Hooge. In 1967 tot 1969 werd kasteel Ter Hooge gerestaureerd. De stichting heeft tegenwoordig een viertal appartementen ondergebracht in het kasteel, dat sindsdien bewoond wordt. Het park was sinds 1979 in beheer van de stichting "het Zeeuwse Landschap". Onlangs werden enkele omliggende gronden aan het landgoed toegevoegd en bevindt het kasteel zich weer in een haar goed passende omgeving, met een omvang van circa 60 hectare. In 2013 werden de vijvers in het park opgeknapt en voorzien van een nieuwe beschoeïng. De stichting droeg in juni van dat jaar ook het beheer van het park over aan de Stichting Lynden ter Hooge. Er zijn enkele wandelpaden rond het kasteel en de vijvers voor publiek opengesteld.

copyright © 2001-2024 Sjoerd de Nooijer
laatst bijgewerkt op: 31 05 2021

locatie:
Koudekerkseweg, Middelburg

bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: Sjoerd de Nooijer
afb. 2: beeldbank ZB 10415
afb. 3: beeldbank ZA ZI-II-0174
afb. 4: beeldbank ZA ZI-II-0171
afb. 5: beeldbank ZA ZI-II-0175
afb. 6: beeldbank ZA ZI-II-0176
afb. 7: Sjoerd de Nooijer
afb. 8: kaart Jean de Lage, 1751
afb. 9: beeldbank ZA ZI-II-0178A
afb. 10: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 11: beeldbank ZB 10907
afb. 12: topografische kaart, 1857
afb. 13-14: mevr. Sobels van Lynden
afb. 15: Elizabeth Kaboord
van Vlaanderen
afb. 16: Sjoerd de Nooijer
afb. 17: Sjoerd de Nooijer
afb. 18: Beeldbank ZB 10416

geraadpleegde bronnen:
- Hartog, E. den, C.E. Heyning [red.] et al, jaarboek 2006-2007, Aspecten van Zeeuwse Buitenplaatsen, Kastelenstichting Holland en Zeeland, Haarlem, 2008
- Broeke, M. van den, Buiten- plaatsen op Walcheren, leven en werk van Jan Arends, 1738-1805, Amersfoort, 2001
- Wijck, H.W.M. van der, Het Arkadisch Walcheren, getekend door Jan Arends, 1770-1790, Alphen aan den Rijn, 2001
- Broecke, J.P. van den, Middeleeuwse kastelen van Zeeland, Delft, 1978
- Gargon, M., Walcherse Arkadia, Leiden, 1715-1717
- Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, Behelzende eene Beschrijving van Zeeland, Amsterdam, 1751
- I.F., Laat het de wete nogmaals weten, De Wete nr. 3 1982 p. 11-12
- Heemkundige Kring Walcheren, De veldnamen van Koudekerke, Middelburg, 1980
- W.P. van der Heyden, De stenen banken van Ter Hooge, De Wete nr. 10, 1973 p. 12-13
- Elizabeth Kaboord van Vlaanderen
- Zeeuws Archief (ZA)
- Koninklijke Bibliotheek
- Zeeuwse Bibliotheek (ZB)
- www.kranten.kb.nl
- www.krantenbankzeeland.nl
- www.watwaswaar.nl

voetnoot 1:
bron: Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden

voetnoot 2:
bron: E. den Hartog P.24-25

voetnoot 3:
bron: Middelburgsche Courant 6-1-1784

voetnoot 4:
bron: Middelburgsche Courant 8-1-1820, 14-12-1820, 22-12-1822, 6-1-1827, 1-12-1827, 9-12-1828, 28-11-1829 en 9-12-1830

voetnoot 5:
bron: affiche verkoop slot ter hooge in beeldbank zeeuwse biblotheek

voetnoot 6:
bron: vlissingse courant 18-2-1933

voetnoot 7:
bron veldnamen van Koudekerke

voetnoot 8:
bron: I.F. en W.P. van der Heyden