1. LOCATIE
MET BEBOUWING WAAR NA 1745 BUITENPLAATS MOESBOSCH ONTSTOND OP FRAGMENT KAART
BERNAERDS IN 1641
In 1750 meet A. Hattinga
Walcheren op en legt hij zodoende 't hof Moesbos (nog zonder '-ch') vast
op zijn kaart. Hij vermeldt daarbij ook de naam Platenburg met als eigenaar
de heer van Burgh. Dit was Nicolaas Carel van Hoorn van Burgh, die in 1745
als eerste eigenaar van de buitenplaats wordt genoemd. Wat de herkomst is
van de naam Platenburg, is nog onduidelijk. Mogelijk is er een verband met
eerdere bebouwing die op deze plek heeft gestaan en reeds staat aangegeven
op de kaart van Bernaerds uit 1641. Op de Hattinga kaart uit 1750 is te
zien dat de tuinen van Huys
de(r) Boede, hof Moesbos, hof Westerbeek
en hof den Triton
praktisch aan elkaar zijn vastgegroeid en dat de weg van Koudekerke naar
Vlissingen er tussendoor slingert. De tuin van Moesbos toont in 1750 parterres
in een barokke tuinaanleg met sterrebos en in het midden een ronde vijver.
De omvang van de hof lijkt kleiner te zijn dan de huidige buitenplaats,
kent op dat moment nog een rechthoekige vorm en is noordoost-zuidwest gericht.
2. BUITENPLAATS
MOESBOSCH OP DE KAART VAN HATTINGA IN 1750
Rond 'Huys
Der Boede' waren rond 1700 grote groente- en siertuinen aangelegd en
was een groot gedeelte met fruitbomen beplant. In de Walcherse Arkadia van
Mattheus Gargon uit 1715 en 1717 wordt Moesbosch kort aangestipt in het
verhaal waarin een groepje jongelui al keuvelend en filosoferend over het
eiland trekt en de dorpen, huizen, hoven en tuinen beschrijft. Als zij uit
de tuin van de buitenplaats Der
Boede komen omschrijven ze wat ze daar zien als volgt: "...'t
gezelfchap, dat voort wandelde, en ter rechterhand door eene heining-deur
in een ruimen Moes-Hof trad, waar nevens een groot ftuk akkerlands vol Koolzaad
lag, dat volrijp was en een rijken oogft beloofde." Vervolgens
worden de rijke vruchtbomen in deze Moes-Hof beschreven en hierna:
"...trad 't gezelfchap uit den Moes-Hof, en zy waren nu weder by de
hooge Gallery-bomen ..." En wat verder op zien zij: "...eenige
Huizinge in 't geboomte, ... wat dit voor Plaatzen waren, en of het gantfche
Land hier in Lufthoven en Heeren-huizen beftond. De eerfte plaats, die aan
het einde van de lange dreef, een fchoon Huis vertoonde, heeft een fchoonen
en net beplanten Hof achter, en een grooten vruchtbaaren boomgaard op zyde,
en komt den Heer Boefchot toe, die fchipbreuk geleden, en eene oogfchijnlijke
dood voor 't land ontworftelt te hebben, hier zyne ruft en verluftinge zoekt..."
De laatst genoemde hof met het huis van de heer Boesschot moet Westerbeek
zijn geweest.
In de Walcherse Arkadia wordt bij de beschrijving van de moes-hof niet vermeld,
dat er dan al een herenhuis op die plek staat. De eerste vermelding van
een dergelijk huis in het Moesbos duikt pas in 1745 op, als Nicolaas Carel
van Hoorn van der Burgh wordt genoemd als eigenaar in het Vergaarboek (1713)
van de Westwatering (Polder Walcheren). Waarschijnlijk komt buitenplaats
Moesbosch voort uit een oude hofstede bij de naastgelegen buitenplaats Westerbeek.
Deze buitenplaats was in handen van Philibert Boesschot en zijn vrouw Catharina
Johanna van de Putte. In 1745 wordt het bezit gedeeld tussen de weduwe van
Philibert Boesschot en Nicolaas Carel van Hoorn van Burgh, die kort ervoor
in het huwelijk was getreden met zijn nicht Constantia Suzanna Boesschot,
de dochter van mevrouw Boesschot - Van de Putte. Het paar woonde al sinds
hun kinderjaren bij elkaar in de buurt.
Nicolaas Carel van Hoorn van Burgh was de zoon van Constantijn van Hoorn
en Cornelia Lucia van de Putte. Hij was verschillende malen schepen (een
soort wethouder) van Vlissingen en schopte het, net als zijn vader, tot
burgemeester van de Scheldestad. Bovendien mocht hij zich heer van de ambachtsheerlijkheid
Burgt noemen, wat de toevoeging aan zijn naam 'Van Burgh' verklaart. We
kennen deze ambachtsheerlijkheid nu als Burgh-Haamstede op Schouwen-Duiveland.
Mevrouw Boesschot bood het paar de mogelijkheid om op een deel van het terrein
van haar buitenplaats Westerbeek
een landelijk gelegen huis met een boerderij te laten bouwen. Hiervoor stelde
zij de boomgaard van haar landgoed ter beschikking. Op de plek van die boomgaard
lag ooit het zogeheten moesbosch - een klein bosachtig gebied waar fruit
en groente werden geteeld - van het voorname Der
Boede. Vandaar dat het nieuw gebouwde huis toepasselijk de naam Moesbosch
kreeg.
De kaart van Hattinga laat in 1750 zien, dat de heer van Burgh eigenaar
is van Moesbosch. Niet eerder verschijnt die naam in verband met een buitenplaats.
De bebouwing die op de kaart bij 't hof Moesbosch werd aangeduid, bestond
toen vermoedelijk uit een herenhuis met boerenwoning, schuur en koetshuis.
Het koetshuis bestaat als enige nog en draagt zogenaamde jaartalankers in
de kopgevel met de datum 1692 waardoor wordt aangenomen, dat dit er al stond
voor dat Moesbosch als buitenplaats ontstond en dus daarvoor tot Westerbeek
of Der Boede
heeft behoord.
Na de voltooiing van het landhuis Moesbosch was Westerbeek
een buitenplaats die drie huizen omvatte. In een eerder stadium was er al
een tweede pand gebouwd, Fleurenburg genaamd. Na het overlijden van mevrouw
Boesschot werd het herenhuis van Westerbeek
in 1759 afgebroken en gingen zowel Moesbosch als Fleurenburg verder als
zelfstandige entiteiten en bleef er alleen een boerderij met de naam Westerbeek
over.
Op 30 april 1763 blijkt Pieter Lucas
Grijmalla de nieuwe eigenaar van Moesbosch te zijn geworden. Hij kocht de
buitenplaats met het nog in zeer goede staat verkerende herenhuis van Nicolaas
Carel van Hoorn van Burgh. Uit advertenties in de Middelburgse Courant van
5 en 17 april 1763 blijkt dat er sprake was van "een
Welgelege Hofstede (...), genaamd Moesbosch (...) met een zoo goed als nieuw
gebouwd heeren en boerenhuis, stallingen, schuuren en verdere opstal met
een oppervlakte van 10 gemet en 245,5 roeden, 800 olmen boomen, wijngaard,
kasten en broeibakken etc, (...) te bevragen bij dhr N. van Hoorn van Burgh".(1)
De huidige bewoner van de buitenplaats is in het bezit van een kleine gravure
waarop dit herenhuis staat afgebeeld. Uit de gravure blijkt, dat dit in
geen geval doet denken aan een traditioneel boerenwoonhuis, eerder een herenhuis
met grote openslaande ramen. Die ramen hebben iets weg van het later op
deze plek gebouwde 19e eeuwse herenhuis. Rond 1764, mogelijk tussen 1766
en 1770, moet ook het overbos van Moesbosch tot stand zijn gekomen, dat
grotendeels op het terrein van de voormalige buitenplaats Westerbeek,
ten zuiden van Moesbosch was aangelegd.
3. FRAGMENT MOESBOSCH ATLAS HATTINGA
In de Middelburgsche Courant
verschenen hierna met regelmaat advertenties (1766, 1769, 1773, 1775 en
1784) waarin op 't hof Moesbosch grote partijen olmen-, essen-, wilgen-
en elsenhout en zogenaamde 'mustert', werden aangeboden.(2)
4. GRAVURE OUDE VILLA
MOESBOSCH VOOR 1871
5. LUCHTFOTO MOESBOSCH (GOOGLE)
Pieter Lucas Grijmalla Anthoniszoon
was een Middelburgse koopman die het landhuis, de boerderij en de bijna
1 gemeten (ruim 4 hectare) voornamelijk elders gelegen land tot zijn overlijden
bezat. Hierna werd Moesbosch verdeeld in twee delen, onder de weduwe van
Pieter Lucas Grijmalla: Johanna Grijmalla (welke hertrouwde met de heer
Vis) en de dochter Cornelia Davina Grijmalla Vis. De laatste trouwde met
J.C. Maree en kreeg de hof, volgens de archieven van de Rekenkamer, op 19
oktober 1799 in eigendom voor 650 pond Vlaams. Zij bleek bij de verkoop
voor de helft eigenaar van Moesbosch te zijn geworden, wat wel vaker gebeurde
bij vererving.(3)
In 1806 volgde de aankoop van Moesbosch door niemand minder dan mr. Abraham
van Doorn (1760-1814). Hij werd te Essequibo geboren - drie geslachten 'van
Doorn' voor hem hadden daar en in Berbice geleefd en gewerkt. Abraham van
Doorn schopte het in de Franse tijd tot de hoogste regeringspost in Zeeland:
Landdrost. Hij kocht Moesbosch kort nadat hij ook al de nabijgelegen buitenplaatsen
Der Boede
en Anderwijk
had gekocht (1805). In de koopakte, die op 29 april 1806 door notaris Jacob
van de Kreeke te Middelburg werd opgemaakt, werd Moesbosch als volgt beschreven:
"de Hofstede Moesbosch met deszelfs Heeren Huizing,
Boerewoning, Schuur, Stalling, Bakkeete, 28 gemeten 92 ½ roe Plantagie,
Moeserij, Zaai- en Weilanden. ... prijs f 540,- per gemet, daaronder begrepen
alle losse goederen tot de gebouwen behorende, de tuinmansgereedschappen,
broeibakken, een wagentje, voor 15.286 gulden 10 stuivers, en alle kosten."
Nadat mr. Abraham van Doorn de drie buitenplaatsen had herenigd met het
aloude Der Boede, beschouwde hij zijn bezit als een familiegoed dat hij
vanaf 1806 verder liet verfraaien.Zo blijkt uit een bewaard
gebleven brief van mr. Abraham van Doorn, dat hij bezig was om de boerenschuur
(die nabij het herenhuis stond) te verplaatsen naar het overbos: "Ik
ben druk bezig met het doen verplaatsen van de schuur naar het overbosch
van Moesbosch. Boone zal of de tuinmanswoning aldaar of een gedeelte van
het heerenhuis betrekken"(4).
De genoemde persoon 'Boone' is zeer waarschijnlijk Jan Boone. Hij was de
pachtboer van mr. Abraham van Doorn. Uit dezelfde brief blijkt verder, dat
de samenvoeging van de buitenplaatsen nog meer gestalte kreeg nadat een
deel van de beplanting van Moesbosch was verwijderd ten gunste van het uitzicht
vanuit Der Boede
op de duinen.
Dat Moesbosch en Der
Boede als familiegoed werden beschouwd, werd nog het meest onderstreept
doordat mr. Abraham van Doorn in 1812 een heus familiegraf stichtte op Moesbosch.
Hij liet in de zuidwesthoek van Moesbosch een grafkelder bouwen, mogelijk
als gevolg op zijn verheffing in de Franse adelstand tot Chevalier de l'Empire
door keizer Napoleon.(5) De verheffing van
de familie Van Doorn in de Nederlandse adelstand heeft hij niet meer meegemaakt,
daar hij op 31 mei 1814 als eerste werd bijgezet in het familiegraf.
De ingangspartij van de grafkelder is in empirestijl vorm gegeven. De kelder
bestaat uit drie bakstenen tongewelven, die van elkaar worden gescheiden
door dwarsmuren met rechthoekige openingen. Het geheel is half ingegraven
en bedekt met aarde waardoor een heuvel is ontstaan. In de toegangsdeur
tot de grafkelder bevindt zich een kleine ovale lichtopening met erboven
een rechthoekige natuurstenen plaat met vierkant uitgesneden bovenhoeken.
Hierop is als bekroning een driehoekige arduinstenen plaquette in de vorm
van een steile driehoek geplaatst. Op de rechthoekige plaat de volgende
tekst: "DIS. MANIBUS. CINERES. GENTIS. DOORNIAE.
HOC. BUSTO. CONDI. CURAVIT. ABRAHAMUS. VAN. DOORN. MOLLITER. OSSA. CUBENT.
ANNO. MDCCCXII". In vrije vertaling luidt deze tekst als volgt:
"Voor de geëerde gestorvenen heeft Abraham
van Doorn Anno 1812, de as van het geslacht van Doorn verzorgd met het vestigen
van deze steen, mogen hun beenderen zacht rusten."
Op 8 januari 1820 vond een openbare verkoping
op Moesbosch plaats waarbij kaphout van essen, elzen en wilgen en een partij
zware beukenhagen, opgaande bomen en groene en drooge tronken werd verkocht.
Op 15 december van dat jaar volgde nog een tweede verkoping, waarbij een
partij zware olmen, beuken en lindeboomen, kaphout en tronken werd verkocht.(6)
De zoon van Abraham van Doorn, jhr. Mr. Anthonie Pieter van Doorn van Koudekerke
(1791-1870)(7) trouwde met vrouwe Anna Elisabet
Becius (1790-1835) en verbleef gedurende de zomermaanden op Moesbosch. In
1830 koopt Anthonie Pieterde oude nabijgelegen boerderij Westerbeek van
Izaak van de Sande uit Vlissingen. Die boerderij was een overblijfsel van
de buitenplaats Westerbeek,
die in 1759 ter ziele is gegaan. Op de aangekochte grond werd een bos aangeplant
met onder andere iepen en bruine beuken. Per 1 januari 1862 kreeg Anthonie
Pieter eervol ontslag als president van het provinciaal Gerechtshof in Zeeland.
Na zijn overlijden op 11 mei 1870, werd zijn zoon, jhr. Johan Adriaan Hendrik
Cornelis van Doorn (1823-1895) eigenaar van Moesbosch. Het huis werd toen
nog steeds alleen in de periode juli tot eind september als zomerhuis gebruikt.
De rest van het jaar verbleef men in de Singelstraat te Middelburg (later
Concert- en Gehoorzaal). In een deel van de zomer gingen de scholen gewoon
door en moesten de kinderen van Johan Adriaan Hendrik Cornelis van Moesbosch
naar Middelburg lopen over de, in die tijd nog onverharde wegen. Omdat hun
vader vond dat dat zo niet langer kon liet hij de wegen van Vlissingen over
Koudekerke naar 't Zand en Middelburg verharden. Om het onderhoud van deze
wegen te betalen werd er tol geheven, waarover meer in het hoofdstuk
infrastructuur wordt beschreven.
Op 18 februari 1871 verscheen in de Middelburgsche Courant een advertentie
van de Koudekerkse timmerman M.L. van Noppen, waarin hij bouwmaterialen
"van het gesloopt wordende Heerenhuis op Moesbosch
te Koudekerke, bestaande uit steen, vloer-, zolder en dakdelen, ramen enz,
enz" aanbood.(8) Op 24 juni 1871 werd
ongeveer op de plaats van de oude villa, de eerste steen gelegd voor het
nieuwe en huidige landhuis Moesbosch door jhr. Frederik Lodewijk Carel van
Doorn. Hij was de tweede zoon van Johan Adriaan Hendrik Cornelis van Doorn
en zijn vrouw Digna Henriëtta Snouck Hurgronje (1830-1914). Hoe de
bouw van dit nieuwe landhuis er aan toe ging, blijkt uit een verhaal, dat
in 1986 door hun kleinzoon jhr. mr. Dignus Hendrik van Doorn werd verteld
in 'Zeeland – Land tussen zeeën' van Andreas Oosthoek en Wim
Riemens: "Mijn grootvader zei tegen de timmerman
dát er gebouwd moest worden, hóe er gebouwd moest worden en
vroeg verder niet naar de prijs. Die kwam er wel uit met de afrekeningen.
Dan werd bepaald hoeveel materiaal en hoeveel werk er in was gaan zitten
en wat dat kosten moest. Zeg maar, een soort regiebouw. Moesbosch is heel
degelijk gebouwd, dat zie je vandaag de dag niet meer, dat prachthout en
die afwerking." In november 1871 zal de villa zijn voltooid,
want dan wordt door Johan Adriaan een verzoek ingediend bij het gemeentebestuur
van Koudekerke ”om te mogen stoken”. Daarvoor moest men destijds
toestemming aanvragen' vanwege het steeds op de loer liggende brandgevaar.
Mogelijk is alleen het tongewelf (nu wijnkelder) onder het nieuwe huis een
overblijfsel van een eerder huis dat op deze plaats heeft gestaan. De aangegeven
bebouwing op de Hattinga-kaart van 1750 zou wel zo geïnterpreteerd
kunnen worden, dat de oude villa als de bovenste balk van de T van het koetshuis
lag, en dus eerder op de plaats van de latere tuinmanswoning (thans Galgeweg
1). Het nieuwe landhuis uit 1871 zou dan in noordwestelijke richting zijn
'opgeschoven', en wel zó dat het aan of in de geometrische tuin-met-vijver
kwam te liggen.
8. VOORGEVEL VILLA MOESBOSCH
TE KOUDEKERKE OMSTREEKS 1900
9.LIFTSCHACHT VILLA MOESBOSCH (22-05-2010)
Het huis bestaat uit een rechthoekig grondplan
van twee bouwlagen en een mezzanine (tussenverdieping) onder een vrijwel
plat dak, dat door een lage houten borstwering in de vorm van een opzetstuk
gemaskeerd wordt. De gevels en plattegronden zijn symmetrisch en classicistisch
van opzet. De op het oosten gelegen voorgevel bestaat uit vijf traveeën
met een iets naar voren springende middentravee, waar zich de entree bevindt.
Op beide woonlagen zijn hoge H-vensters met persiennes aangebracht.(9)
Voor het middenvenster op de verdieping bevindt zich een balkon met een
smeedijzeren hek en vazen, ondersteund door forse, rijk versierde, consoles
en eenvoudige spijlen. Voor de ramen op de verdieping bevinden zich gietijzeren
hekjes. De mezzanine bevat stolpramen en luiken. De ramen op de begane grond
doen denken aan de oude villa, die hiervoor op deze plek heeft gestaan.
De achtergevel bevat dezelfde traveeënindeling en luiken als de voorgevel.
De zijgevels zijn sober en eveneens voorzien van enkele H-vensters met persiennes
en enkele kleine vensters zonder indeling. Tegen de linker zijgevel over
beide bouwlagen is een vroeg 20e-eeuwse liftschacht in baksteen gebouwd,
welke overigens niet meer in gebruik is. Tegen de rechter zijgevel (noordgevel)
was oorspronkelijk alleen een open veranda aangebracht, welke later is dichtgemaakt
en als serre dienst deed. De serre is samengesteld uit gietijzer en glas,
met erboven een veranda.
10. NOORDGEVEL VILLA
MOESBOSCH MET OPEN VERANDA OMSTREEKS 1940
11. SERRE VILLA MOESBOSCH
(22-05-2010)
Moesbosch bevat een steektrap
met en neo-Lodewijk XIV trappaal, hoge neo-Lodewijk XV stucplafonds en schouwen;
witmarmeren gangtegels en zogenaamde schildpadtegels in de keuken, welke
tegenwoordig verborgen zitten achter zogenaamde 'witjes'. De schouw (Empirestijl)
in de woonkamer komt net als het toilet oorspronkelijk uit een huis te Rotterdam.
In de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn een groot
aantal foto's van zowel het prachtige interieur als exterieur opgenomen.
Die foto's zijn hier
te bekijken.
12. NEO-LODEWIJK XIV
STEEKTRAP IN DE HAL VAN VILLA MOESBOSCH (RCE148)
Naast de villa staat de voormalige
tuinmanswoning, die thans wordt verhuurd. Er tegenover, aan het voorplein,
ten zuidoosten van het landhuis bevindt zich het oudste gebouw van Moesbosch.
Het is een bakstenen koetshuis van één bouwlaag. Dit gebouw
heeft een rechthoekige plattegrond en stamt uit 1692, getuige de jaartalankers
in de topgevel. Het gepleisterde gebouw is later nog verhoogd en voorzien
van een zadeldak, voorzien van gesmoorde grijze pannen en aan de korte linker
zijde een schilddak. De voorgevel van het koetshuis bevat verschillende
deur- en raampartijen, deels nog met oorspronkelijke kozijnen, muurringen
om paarden aan te binden en verschillende staafankers.
13. TUINMANSWONING BIJ
VILLA MOESBOSCH (22-05-2010)
De overige gevels zijn blind,
op de achtergevel na, waar een opkamervenster met diefijzers zit. De linker
gevel is in staand verband gemetseld, de rechtergevel met topgevel in klezoren
verband en met koppenlagen.
In het koetshuis bevond zich onder andere een keldergedeelte met opkamer
en bedstee en een werkplaats. Het gedeelte waar van oudsher de koetsen stonden
opgesteld is net als de paardenstal met klinkers bestraat. De kap bestaat
uit een enkelvoudige balklaag met vier gespijkerde schaarspanten. In 2008
werd een bouwvergunning afgegeven om het te verbouwen tot zomerhuis met
behoud van de monumentale aspecten.
14. KOETSHUIS BIJ VILLA
MOESBOSCH (22-05-2010)
De tuinaanleg rond Moesbosch
was van oorsprong in negentiende-eeuwse landschapsstijl aangelegd door landschapsarchitect
Pieter Schuppens (1769-1850). Als hoofdtuinman van het oude Moesbosch is
de heer Walraven Blaas werkzaam geweest. Hij is in botanische kringen bekend
geworden.
Nadat Digna Henriëtta van Doorn - Snouck Hurgronje (1830-1914) was
overleden woonde Jhr. Hendrik Anthony van Doorn (1872-1948) samen met zijn
vrouw Wilhelmina van Doorn - van Lookeren Campagne (1877-1966) en de andere
familieleden in de zomermaanden op Moesbosch. Jhr. Hendrik Anthony van Doorn
was achtereenvolgens burgemeester van Veere (1901-1917) en Oost en West
Souburg (1925-1936). Tijdens de crisis in de jaren dertig van de 20e eeuw
wist hij de buitenplaats in de familie van Doorn te houden, mede dankzij
een erfenis na het overlijden van zijn schoonvader Dirk van Lookeren Campagne,
welke een succesvol industrieel in Hengelo was. Nadat jhr. Hendrik Anthony
van Doorn in 1936 als burgemeester afscheid had genomen, besloot hij om,
in tegenstelling tot zijn voorgangers, permanent op Moesbosch te gaan wonen.
Dit betekende, dat de buitenplaats voorzien moest worden van verwarming,
welke door een kolenketel werd gestookt omdat het huis tot dan toe slechts
één haard bezat.
15. VILLA
MOESBOSCH NA DE INUNDATIE VAN 1944
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
is Moesbosch net als veel andere buitenplaatsen gevorderd door de Duitse
bezetter en werden er 40 soldaten in het huis ondergebracht (zie foto).
De familie van Doorn moest het huis hierdoor voor enkele jaren verlaten.
Tevens was er tot 15 oktober 1944 een commandopost van het Rode Kruis gevestigd.
Toen deze verplaatst werd naar het gemeentehuis kon de familie van Doorn
het pand weer betrekken. Het meubilair en interieur van het herenhuis was
toen al behoorlijk beschadigd door de soldaten. Tijdens de inundatie liepen
het huis en de tuin vervolgens nog meer schade op doordat deze bij hoog
water onderliepen en het water in het huis door de houten plankenvloer omhoog
kwam. De tuin en bomen gingen toen grotendeels verloren waarna de tuin in
1947 opnieuw is ingeplant door de Nederlandse Heide Mij. Sindsdien is een
nieuw stuk natuurschoon ontstaan met vele bijzondere plantensoorten rond
het huis. De tuin is nu als monument aangemerkt.
16. FRAGMENT TOPOGRAFISCHE
KAART UIT 1949
17.
FRAGMENT TOPOGRAFISCHE KAART UIT 1962
Vanaf de Vlissingseweg voert
een breed grindpad zonder laanbeplanting naar het druppelvormige grindplein
voor het huis. Ten zuiden aan dit plein bevindt zich het eerder besproken
monumentale koetshuis uit 1692 en iets verder de tuinmanswoning welke ongeveer
naast het herenhuis staat. Rechts van het pad bevinden zich grasvelden met
solitairen. Deze staan ook ten noorden van het huis in de hoek van de Galgeweg
en de Vlissingseweg. Ondanks de herbeplanting in 1947 kon de oorspronkelijke
achttiende-eeuwse tuin met vijver aan deze zijde van het huis tot 2006 nog
ruwweg worden herkend, in de tot dan toe aanwezige rozenperken aan de westzijde
achter het huidige landhuis. Deze waren hier aangeplant nadat de vijver
in de negentiende eeuw, vanwege de aanhoudende overlast van muggen, was
gedempt, door er de grond van een elders op Walcheren afgegraven vliedberg
in te storten. In 2006 is dit deel van de tuin aangepast en werden de rozenperken
verwijderd en met gras ingezaaid, werd er een border aangelegd en bij het
huis een breed terras aangelegd met hardsteen.
Vanaf het terras aan de achterzijde van het huis heeft men uitzicht over
het grasveld, de border en heg langs de Galgeweg, de akkers die behoren
bij Moesbosch en uiteindelijk aan de horizon de duinen. Het bij de buitenplaats
behorende bos wordt doorkruist door een aantal slingerpaden met in de zuidwesthoek
van de tuin nog een oude ronde vijver, die in de negentiende eeuw is gegraven.
In de uiterste oosthoek bevindt zich de familiebegraafplaats. De grond achter
Huys Ter Schelde,
behoort eveneens tot buitenplaats Moesbosch en is in de loop der tijd tot
een jong bos uitgegroeid. Een deel van het terrein waarop thans tuincentrum
Intratuin zich bevindt, behoort eveneens bij Moesbosch. Hier bevond zich
lange tijd een klein opgeworpen bergje, dat enkele jaren geleden door Intratuin
is afgegraven en verplaatst naar het jonge bos. Oorspronkelijk was er rond
het bergje een oplopend pad aanwezig. In dit jonge bos is enkele jaren geleden
ook nog een nieuwe vijver gegraven. Vanwege de ligging op een kreekrug,
geeft deze plek echter weinig water maar is desondanks vegetatie te vinden,
die zich thuis voelt in de kalkrijke schrale grond. Dichter bij de villa,
in het oude bos waar voorheen buitenplaats
Westerbeek was gelegen, ligt nog een oudere vijver. Deze plek werd in
de vorige eeuw door de plaatselijke zangvereniging nog wel eens gebruikt
om er te zingen vanwege de goede akoestiek. Tegenwoordig biedt deze open
plek in het bos een blik op het wagenhuis en de schuur van de ernaast gelegen
boerderij Moesbosch.
18. NIEUWE VIJVER IN
HET JONGE BOS VAN MOESBOSCH
19. VIJVER IN HET OUDE
BOS VAN MOESBOSCH
De buitenplaats als geheel,
dus inclusief park en grafkelder, heeft de status gekregen van Historische
Buitenplaats. Het herenhuis en het koetshuis hebben de status van Rijksmonument.
Het huis is op de monumentenlijst opgenomen door het 'algemeen belang' vanwege
de ouderdom, de karakteristieke laat negentiende-eeuwse classicistische
architectuur en vanwege het gaaf bewaarde in- en exterieur als middelpunt
van de historische aanleg.
Na het overlijden van jhr. Hendrik Anthonij van Doorn op 7 april 1948 woonde
zijn vrouw Wilhelmina van Doorn - van Lookeren Campagne nog tot haar dood
op 10 juni 1966 op Moesbosch waar ze ook begraven is. Jhr. mr. Dirk van
Doorn (1909-1992) woonde hierna op de buitenplaats in Koudekerke. Hij heeft
het landhuis verder aangepast aan de wensen van die tijd en liet onder andere
de schouw in de woonkamer en het toilet uit een huis te Rotterdam in Moesbosch
aanbrengen en voorzag het huis van een olie- en gasgestookte verwarmingsketel.
Verder liet hij badkamers en diverse boekenkasten aanbrengen en werden de
oude riolering en watervoorziening in het huis vernieuwd. Ook werd de kleurstelling
van het interieur aangepast. Na zijn overlijden werd Moesbosch door zijn
weduwe, Anna Johanna van Doorn - Kaan tot haar overlijden in 2004 bewoond.
Hun zoon jhr. mr. Hendrik Rombout van Doorn en zijn vrouw, Eveline van Doorn
- Reuchlin hebben hierna de buitenplaats betrokken. Zij hebben het landhuis
op hun beurt verder in stijl gemoderniseerd, waarbij onder andere de keuken
en badkamers zijn vernieuwd. Jhr. mr. Hendrik Rombout van Doorn is op 2
maart 2014 overleden.
20. ACHTERZIJDE VILLA
MOESBOSCH TE KOUDEKERKE (22-05-2010)
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: kaart bernaerds (ZA), 1641
afb. 2: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 3: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 4: collectie H.R. van Doorn
afb. 5: google maps
afb. 6: minuutplan G2, 1811-1832
afb. 7-11: Sjoerd de Nooijer
afb. 12: RCE: Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
afb. 13-14: Sjoerd de Nooijer
afb. 15: archief H.R. van Doorn
afb. 16: topografische kaart, 1949
afb. 17: topografische kaart, 1962
afb. 18-21: Sjoerd de Nooijer
geraadpleegde bronnen:
- Gargon, M., Walcherse Arkadia, Leiden, 1715-1717
- Oosthoek, A. en Riemens W., Zeeland - Land tussen zeeën, Den Boer Uitgevers, Middelburg, 1986
- Simons, J., Klaver Vier; wijkkrant voor Paauwenburg, buitenplaats Moesbosch, Vlissingen 2013
- dhr. H.J. van Doorn
- dhr. H.R. van Doorn
- Jaco Simons
- Zeeuws Archief (ZA)
- Atlas Hattinga, Kaart van Walcheren [blad 8], (1750), inv. nr. 23
- Kaart C. Bernaerds, Atlas Hattinga Zeeland (ZA) inv.nr. 12 en 13
- Zeeuwse Bibliotheek (ZB)
- www.zeeuwengezocht.nl
- Koninklijke Bibliotheek
- www.kranten.kb.nl
- Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
- www.rijksmonumenten.wikia.com
- www.watwaswaar.nl
voetnoot 1:
bron: Middelburgsche Courant 7-4-1763
voetnoot 2:
bron: Middelburgsche Courant 11-1-1766, 16-12-1769, 13-1-1784; Een mustert is een tot een bundel bij elkaar gebonden bos dunne takken, die gebruikt werd om bv. een broodoven te stoken
voetnoot 3:
bron: Archief Rekenkamer van Zeeland D 69801, Transporten onroerend goed Walcheren (2) 1757-1805
voetnoot 4:
bron: Zeeuws Archief Van Doorn inv. nr. 5, brief van 1 juni 1806.
voetnoot 5:
Abraham van Doorn was in 1792 oprichter van de vrijmetselaarsloge L'Astre de l'Orient, destijds de eerste vereniging
in Vlissingen (nu Bellamypark 64). Abraham van Doorn ontving hier twee maal Napoleon welke ook vrijmetselaar was.
voetnoot 6:
bron: Middelburgsche Courant 6-1-1820 en 18-11-1820
voetnoot 7:
Anthonie Pieter was de zoon van Abraham van Doorn en draagt vanaf 1829 de titel jonkheer. De ambachtsheerlijkheid Koudekerke die sinds 1583 in eigendom van Vlissingen
was, werd in 1857 aangekocht door Anthonie Pieter van Doorn en is nog steeds in bezit van een Van Doorn, welke ook weer Heer van Koudekerke is