Vermoedelijk
na een stormvloed op 28 september 1014, besluit men op Walcheren werven
ofwel vliedbergen aan te leggen om zich in de toekomst beter te kunnen beschermen
tegen de invloeden van de zee.(1) De kust
van het eiland was in die tijd nog niet geheel gesloten en bedijkt en vormde
bij storm een reëel risico van inundatie. In bijna alle gevallen werden
de vliedbergen op Walcheren aan de randen van de kreekrug opgeworpen, zo
ook in de omgeving van Koudekerke. Er wordt aangenomen, dat de meeste vliedbergen
zijn aangelegd tijdens de 12e en 13e eeuw. Pas in de loop van de 13e en
begin 14e eeuw verliezen de vliedbergen hun primaire beschermde functie
tegen stormvloeden, als de bedijking van Walcheren een feit is. Grote delen
van de lager gelegen poelgronden liepen echter nog jaarlijks door regenval
onder water waardoor de vliedbergen desondanks toch nog in gebruik bleven
als vluchtberg. Vanaf deze periode werden de vliedbergen vooral gezien als
een statusverhogend bezit en waren ze bijna allen in bezit van lokale ambachtsheren.
De Zeeuwse bergjes waren
oorspronkelijk 1 tot 3 meter hoog en deden dienst als vlucht- of woonheuvel.
Pas in de 12e en 13e eeuw werden een aantal vliedbergen in Zeeland verder
verhoogd en vergroot tot 5 à 12 meter hoge steile kegelvormige hoogten,
waarbij sommige wellicht zelfs een strategische functie kregen. Bij Koudekerke
zijn dergelijke bergjes met een strategische of woonfunctie niet aangetroffen.
De bewoning concentreerde zich hier op de kreekrug die door schapenhouderij
langzaam hoger werd zodat een soort woonterp ontstond. Walcheren telde in
de negentiende eeuw nog zestig zogenaamde vliedbergen. Dit aantal is daarna
door tal van oorzaken afgenomen, waardoor er nu nog slechts negentien geteld
kunnen worden.
2. KAART
MET LIGGING VAN VLIEDBERGEN NABIJ KOUDEKERKE
De ligging van tien vliedbergen
binnen de oorspronkelijke grenzen van Koudekerke is bekend. Slechts twee
van deze vliedbergen bestaan tegenwoordig nog, deze zijn zwart weergegeven
op afbeelding 2. Van de in rood aangegeven werven is de ligging exact bekend
en van de gele is deze ongeveer bekend. Het is onduidelijk welke vliedberg
als eerste op Koudekerks grondgebied is opgeworpen, vandaar is er voor gekozen
eerst de nog in het landschap aanwezige vliedbergen toe te lichten en daarna
de verdwenen vliedbergen te behandelen.
De vliedberg aan de Meinersweg [1]
is sinds 1971 wettelijk beschermd als Rijksmonument en is na een schenking
van notaris Jan Loeff te Koudekerke sinds 1913 in eigendom van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en sinds 1974 in pacht uitgegeven
aan de Stichting Het Zeeuwse Landschap. De veldnamen
Wellinkwerve (nr 95), Wellinckwerve block (nr. 95), klein Wellinkwerve
(nr 95) en cleen Wellynkwerf (nr 96) verwijzen naar de vliedberg. In de
grafelijke rentmeestersrekening van Zeeland van 1318-1319 wordt bij 'Wellickwerve',
de verouderde betekenis aangegeven: 'het ambacht van het geslacht Welling'.
De rond 1887 zo'n 8,3 meter hoge berg, is dezelfde als de later zo genoemde
Berg van Potter. Eerder behoorde de berg aan de heer De Bruijn van Melis-
en Mariekerke. Opmerkelijk is dat de berg, die overigens nog steeds bestaat,
niet in een gelijknamig blok ligt maar in het 'Laureys Oorts block' (nr
82), het blok 'daer het werf inne staet'. De twee aangrenzende blokken zijn
wel naar de berg vernoemd.(5)
Het huidige gebruik van de 'Berg van Potter' is grasland. In 1909 heeft
een archeologische waarneming plaatsgevonden waarbij Pingsdorf aardewerk
is gevonden. Tijdens de inundatie in 1944 is de onderzijde van de berg uitgezakt.
De berg heeft een hoogte van circa 8 meter, de top heeft een diameter van
circa 11 meter en aan de basis een omvang van circa 128 meter. In 1986 zijn
delen van de berg gevuld met plaggen.(2)
3. VLIEDBERG TE PAAUWENBURG
(NU VLISSINGEN)
4. VLIEDBERG MEINERSWEG
KOUDEKERKE
De tweede nog bestaande, van oorsprong
Koudekerkse vliedberg [2], ligt tegenwoordig
op het grondgebied van Vlissingen, midden in de woonwijk Paauwenburg. Onder
de naam Paauwenburg is de met gras en struiken bedekte berg dan ook bekend.
De vliedberg is sinds 1961 eigendom van Stichting Het Zeeuwse Landschap.
Er wordt verondersteld dat de berg behoorde tot kasteel Paauwenburg, dan
wel kasteel Zwanenburg. Ter verdediging van Vlissingen tegen een inval van
de Engelsen is er op de berg in 1809 een batterij opgeworpen. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse bezetter voor een geschutsstelling een
schotelvormige bodem van circa 5 meter in diameter in de berg aangelegd
voor een Duitse stelling. Bij rioleringswerkzaamheden is later ter hoogte
van de berg een bewoningslaag aangetroffen met zwarte scherven en een benen
schaats. De berg heeft een hoogte van circa 6,6 meter. (3)
Van de verdwenen vliedberg nabij Dishoek is nog te melden, dat in de omgeving
aardewerk uit diverse perioden is gevonden, waaronder meer dan veertig fragmenten
ijzertijd/inheems-Romaans aardewerk uit de periode 800 tot circa 12 voor
Christus, gedraaid aardewerk en Romaans (terras-nigra) aardewerk uit de
periode 12 voor Christus tot circa 450 na Christus (4).
De vondsten bij deze vliedberg in de nabijheid van de duinen ondersteunen
de veronderstelling, dat voornamelijk de kustzone al eerder bewoond was.
De nog aanwezige vliedbergen zijn niet vrij toegankelijk, maar in het algemeen
zijn ze goed te bekijken vanaf de aangrenzende wegen. Van de acht verdwenen
vliedbergen, die ooit op Koudekerks grondgebied hebben gelegen, lagen er
drie zeer dicht tegen de kerkring (zie afbeelding 5).
Bij Koudekerke vormden zich in de 11e
of 12e eeuw op de daar gelegen kreekrug een bewoningsconcentratie van enkele
boerderijen op de kruising van paden richting Middelburg, Vlissingen en
Biggekerke. In de directe nabijheid van deze boerderijen werden na enige
tijd ook vliedbergen aangelegd waarvan er zich tot halverwege de vorige
eeuw drie zeer dicht bij de dorpskern bevonden. Het is uitzonderlijk dat
deze drie vliedbergen zo dicht bij elkaar hebben gelegen. Helaas zijn ze,
net als veel andere vliedbergen, in de loop van de vorige eeuw door herverkaveling
en inundatie verdwenen waardoor het moeilijk is, ze precies te dateren.
De afbeelding hiernaast toont de vermoedelijke locaties [3],
[4] en [5].
5. DRIE
VLIEDBERGEN ROND DE KERN VAN KOUDEKERKE
Vast staat,
dat ten minste één van de vliedbergen [3],
bij het Noordhof, ten noorden van de Middelburgsestraat heeft gelegen. Deze
vliedberg was in het bezit van een lokale ambachtsheer en was vermoedelijk
omgracht, de vroegere gekromde kavelgrens deed hier nog aan herinneren.
Mogelijk waren de andere twee vliedbergen nabij de dorpskern ook in bezit
van ambachtsheren. Uit de overloper van 1574 blijkt de berg eigendom te
zijn van Joris Stynmolen en wordt deze omschreven als 3 gemet vroonland
aangeduid als " 't Noorthoff metten werf". In 1914 werd onderstaande
foto gemaakt, waarop links de dan al wat afgekalfde vliedberg zichtbaar
is. Deze vliedberg is na 1944, net als de twee andere bergjes rond de dorpskern
geëgaliseerd. Op de foto staat, bij de schapen, Leintje Verhage, de
vrouw van Jan Roose. Onder de tronkwilg bevinden zich Neeltje Jobse, Leu
Schout en Janna van der Schaaf.
Op het minuutplan uit 1811-1832 is aan de gekromde kavelgrens nog de plaats
van de vliedberg af te leiden. Deze volgde de gracht rond de vliedberg.
Ter verduidelijking, de kaart is niet noordgericht. De straat aan de linkerzijde
is de huidige Middelburgsestraat en de straat vanaf rechtsboven is de huidige
Braamweg. Het tweede huis vanaf de hoek is hofstede 't
Noordhof, deze wordt later apart behandeld bij de beschrijving van boerderijen
uit deze periode.
6. VLIEDBERG TEN NOORDEN
VAN DE DORPSKERN IN 1914
7. FRAGMENT MINUUTPLAN
SECTIE A BLAD 2
Uit
de overloper van 1574 blijkt de tweede vliedberg[4]
nabij de dorpskern, de Cithershill geheten, eigendom te zijn geweest van
de markies van Veere. Uit de overloper van 1585 blijkt de berg nog steeds
zijn eigendom te zijn, maar blijkt dat deze verpacht wordt aan Cornelis
Leunis. Deze wordt vervolgens in 1608 eigenaar van de vliedberg, die op
een gemet grond lag. In 1622 werd het blok waarin de vliedberg lag aangeduid
als het blok "daer het werf in staet". Op bodemkaarten wordt hier
oude bewoningsgrond vermeld. De term 'hil' moet doorgaans worden vertaald
als hoogte, heuvel, duin of hoog aangewassen grond. De term hil kan er hier
dus ook op duiden, dat het hier niet gaat om een kunstmatige hoogte, maar
om een natuurlijke verhoging in het landschap. (5)
Van deze verhoging in het landschap ten
westen van de kerkring is bekend, dat hier in het verleden kralen en een
spinsteen zijn gevonden en dat er een oude hofstede nabij heeft gestaan.
De berg werd ook wel aangeduid als Sitershil, Siperhill of Ciperhill, waarnaar
de Cithershillsingel later is vernoemd. De naam herinnert aan de Engelse
bezetting in 1809.
Op de hiernaast afgebeelde foto die in 1910 is gemaakt is de verhoging ten
westen van de dorpsring nog goed te herkennen.
8. FOTO VANAF HET CITHERSHILLPADJE RICHTING DORPSPLEIN
IN 1910
De derde vliedberg[5],
ook wel Welleberg genoemd, lag ten zuidoosten van de dorpskern, nabij de
huidige Dahliastraat en Welle. Tijdens de inundatie zijn hier mensen begraven
omdat dit een van de weinige onbebouwde stukjes grond was die toen droog
bleven.(6)
Op enkele oude foto's waarvan er hier links een uit
1954 staat afgebeeld vanaf de dakruiter op de kerk, is de welving in het
landschap nog goed zichtbaar. In 2005 werd voor de bouw van het woon- zorgcomplex
'De Brouwerij' door archeologen een proefboringsonderzoek gedaan, waarbij
gezocht werd naar sporen van deze vliedberg. Er werd destijds gemeld dat
er een gelaagde opbouw gevonden uit de periode tussen de elfde en dertiende
eeuw maar deze kan niet van de door de archeologen gezochte vliedberg zijn
geweest omdat deze verder naar het westen moet hebben gelegen.
9. UITZICHT VANAF DE DAKRUITER OP DE KERK VAN
KOUDEKERKE (R462)
Jan Roose kwam in zijn onderzoek naar
't Noordhof tot de veronderstelling dat de drie zonen van ambachtsheer Willem
van Koudekerke (zie hoofdstuk ontstaan
dorp) naast de verdeling van de tiendrechten in 1221 ook de andere bezittingen
moesten verdelen en één van hen zo eigenaar werd van de vliedberg
ten noorden van de dorpskern nabij 't Noordhof. Een vliedberg was in die
tijd een statusverhogend bezit en zodoende zouden de twee andere broers
tot de opwerping van hun eigen vliedberg hebben kunnen besluiten, waardoor
Koudekerke aan de drie vliedbergen dicht bij elkaar komt. Als ambachtsheren
hadden ze allen het recht èn de middelen om in die tijd een vliedberg
te stichtten.(7)Lees
verder.
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: Sjoerd de Nooijer
afb. 2: Sjoerd de Nooijer
afb. 3: Cumulus (wikipedia)
afb. 4: Sjoerd de Nooijer
afb. 5: Sjoerd de Nooijer
afb. 6: archief Jan Roose
afb. 7: minuutplan A2, 1811-1832
afb. 8: archief Jan Roose
afb. 9: archief Jan Roose
geraadpleegde bronnen:
- archief Jan Roose
- Heemkundige Kring Walcheren, De veldnamen van Koudekerke, Middelburg, 1980
- Heeringen, R. M. van, Monumenten van aarde, beeldcatalogus van de Zeeuwse bergjes, Koudekerke, 2007
- Henderikx, P.A., Land, water en bewoning, Hilversum, 2001
- Hendrikse, H. en Roose, J., Valkenisse in oude ansichten, Zaltbommel, 1974
- Roose, J., 't Noorthof metten werf, Koudekerke, 1996
- Kees Bos
- www.watwaswaar.nl
toelichting afbeelding 1:
Vliedberg aan de Meinersweg nabij Koudekerke
toelichting afbeelding 2:
Kaart met ligging van vliedbergen nabij van Koudekerke
toelichting afbeelding 3:
Vliedberg te Paauwenburg (nu Vlissingen), foto 06-01-2009
toelichting afbeelding 4:
Vliedberg aan de Meinersweg nabij Koudekerke, foto 06-06-2006
voetnoot 1:
Vroeger werden deze vliedbergen ook wel werf, hoochwerf, hoochwal of berg genoemd.
voetnoot 2:
bron: R.M. van Heeringen P.94-97
voetnoot 3:
bron: R.M. van Heeringen P.134-137
voetnoot 4:
bron: www.geschiedeniszeeland.nl
voetnoot 5:
bron: De veldnamen van Koudekerke
voetnoot 6:
bron: Elizabeth Kaboord - van Vlaanderen