In de Tegenwoordige
Staat van Zeeland (1751) worden de duinen in de Westwatering, waar Koudekerke
deel van uitmaakt, als volgt beschreven: "Van
Zoutelande tot Vlissingen heeft men omtrent twee uuren lang, hooge en zwaare
Duinen; doch die op sommige plaatsen mede al smal beginnen te worden, en
met eenige Paalwerken, zoo Hoofden als Staketten, aan Dishoek en den Vygeeter
beginnen voorzien te worden. ... In den jaare 1721 bevondt zig deeze Watering
in een zeer slegten staat, door de zware stormen en vloeden van de 1 November,
en den 1 en 31 December 1720. Oude en nieuwe Staketten waren etlyke Roeden
ver, Landwaards in, over den Dyk geslagen, en aan den Vygeeter was het bykans
doorgebroken, zijnde alle de Hoofden zeer beschadigd, en op veele plaatsen
de duinen wel drie, vier of meer Roeden agter de Hoofden weggespoeld; zoo
dat de Hoofden weder in 't Duin moesten gewerkt en alles hersteld worden,
waar toe de eisch ver boven de drie Tonnen Gouds liep."
De dijk, die vanaf Dishoek
tot aan Vlissingen liep, was in deze periode al door zand overstuifd en
zag er uit als een natuurlijk duin, waar ook zandafslag plaatsvond. Om dit
tegen te gaan, werden de duinen beschermd door rijen paalhoofden, welke
veelal genoemd werden naar hun locatie of een persoon. Op de Roman-Vissscher
kaart uit 1655 en die van de gebroeders Hattinga uit 1750, staan enkele
van deze paalhoofden aangegeven en staan, op de laatste kaart, ook de namen
bij de paalhoofden vermeld. Achtereenvolgens zijn dit: 'Kaasenolle Hooft',
'Zikkels Hooft', 'Rapenburg Hooft', 'Vijcheter Hooft' en het 'Swaanhooft'.
Later zijn er meer rijen paalhoofden bij en tussen geplaatst.
2. FRAGMENT KAART GEBROEDERS
HATTINGA 1750
Op
deze duinen waren drie wachthuizen gebouwd, waarvan er twee in Koudekerke
lagen. Dit waren het wachthuis
te Dishoek en het wachthuis bij de Vijgeter. Wachthuis De Nolle lag
in Vlissingen. De Vijgeter staat tevens sinds 1672 bekend als buurtschap.
Mogelijk stond er al vanaf 1525 een versterking die is uitgebreid tot een
klein fort, dat vermoedelijk in 1674 grotendeels is verwoest tijdens een
orkaan.
De overblijfselen van het
fort, waarbinnen een wachthuis werd gebouwd, zijn omstreeks 1700 vastgelegd
door Herman Saftleven jr. (1609-1685). Er zijn drie afbeeldingen van het
wachthuis van zijn hand bekend, waarvan er hier twee worden weergegeven.
De afbeelding hier links, toont een vrouw met kind en kent het opschrift
"Viseter buyte Vlissinge".
Het is niet vreemd, dat er mensen bij het wachthuis worden afgebeeld want
uit het lidmatenregister van de Hervormde Gemeente Koudekerke blijkt dat
Simon Janssen reeds op 3 juni 1684 op het fort woonde. Op 3 maart 1700 blijkt
uit hetzelfde register, dat daar dan ook Maatje Josias woonde.
3. GEZICHT OP HET WACHTHUIS
DE VIJGETER TE KOUDEKERKE, 1700
In de 'Acta
ofte handelingen van de Consistoria van Coudekercke' duikt de naam De Vijgeter
opnieuw op: "Den 4 maert 1713. Willemijntje huijsvrou
van Corn. Dane af te seggen om dat sij Matie Josias sonder reden heeft geslagen,
alleen maar om dat genoemde Matie het geleende gelt had ingevordert, en
tegen broeder Sijmon Janssens vrou sou gesegt hebben: Wat duivels volk woont
daer op de fijgeter: welk laeste nogtans leugenagtig is bevonden".
Deze Willemijntie was al in 1711 voor haar 'kijvagie' berispt.
Uit het begrafenisboek van de Hervormde Gemeente Koudekerke kan verder worden
opgemaakt, dat er nog meer mensen op het fort woonden: "1705,
27 maarti, is begraven Cornelia Willems van 't fort de Vijgheter".
Uit het lidmatenregister blijkt, dat zij reeds op 3 december 1672 van Westkapelle
in Koudekerke was komen wonen.
Uit de prenten
valt op te maken, dat het voormalige fort meerdere kleine torens moet hebben
gehad, maar dat het geheel bescheiden van omvang was. Binnen het fort is
een wachthuis gebouwd, waarbij een baken met twee zogenaamde zijlatten was
geplaatst. Op de achtergrond van de eerste afbeelding is het wachthuis te
Dishoek te zien op een hoge duintop.
Het wachthuis De Vijgeter zal ondanks de vervallen toestand in 1700 nooit
helemaal zijn functie verloren hebben, want in 1781 wordt het weer aangeduid
als batterij nr. 5 en had het een magazijn en kogeloven. In de periode hiervoor
blijft het ook op kaarten, zoals die van Isaak Tirion uit 1747, als zodanig
aangegeven.
4. GEZICHT OP HET WACHTHUIS
DE VIJGETER TE KOUDEKERKE, 1700
Vooral in de Bataafs-Franse
tijd vervulden de batterijen weer een militaire functie omdat de spanningen
tussen Frankrijk en Engeland opliepen. In 1800 werd het wachthuis bij Dishoek
aangemerkt als batterij nr. 7 en werd het voorzien van een magazijn. In
1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarin werd bepaald, dat in Vlissingen
een Frans garnizoen gelegerd mocht worden. Napoleon liet daarna in Vlissingen
een vloot bouwen, die Engeland, waarmee hij in oorlog was geraakt, moest
gaan aanvallen. Na 1814 verliezen de batterijen bij Dishoek en Vijgeter
steeds verder hun functie. In 1845 wordt batterij nr. 5 nog aangemerkt als
3e klasse en in 1854 wordt deze officieel opgeheven.
5. GEZICHT OP HET WACHTHUIS TE
DISHOEK OMSTREEKS 1750-1790 (KLEYNE, D.)
Vermoedelijk was de batterij
al eerder buiten gebruik geraakt, want reeds in 1848 werd De Vijgeter door
Van der Aa in het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden als volgt
beschreven: "voormalig wachthuis en vuurbaak aan
de Zuid-West kust van het eiland Walcheren, op de duinen tegen de Westerschelde
3/4 u. N.W. van Vlissingen gem. en 1/2 u. Z.Z.W. van Koudekerke. In 1809,
bij de landing van de Engelsen was hier eenen gewapende batterij".
Na het verdwijnen van de batterij bleef de gelijknamige hofstede
de Vijgeter bestaan, tot deze bij de bevrijding in 1944 werd verwoest.
Dat het duin bij de Vijgeter ook na deze periode een belangrijk strategisch
punt bleef, blijkt uit het feit dat tot enkele jaren geleden op deze plek
nog een militaire uitkijkpost heeft bestaan.
De
naam Vijgeter heeft in de loop der tijden vele schrijfwijzen gekend. Zowel
de namen Vycheter, Vijgheter, Vijgeneter, Viseter, Vischeter en Vijgeter
werden wisselend gebruikt. Er is voor gekozen om hier alleen de laatste
schrijfwijze te gebruiken: De Vijgeter. Deze schrijfwijze wordt thans ook
gebruikt voor de benoeming van het duingebied. Zoals al blijkt uit de vele
variaties op de naam, doen ook over de herkomst van de naam verschillende
theorieën de ronde. Zo wordt de herkomst soms afgeleid van een persoonsnaam
(Vijgh), of een paleografische vergissing (Vischeter). Soms wordt een link
gelegd met Vijgendieven of wordt de herkomst van de naam gezocht in het
bestaan van zee- of landvijgen. Het is zelfs mogelijk, dat de naam verwijst
naar een vogel: De Wielewaal, waarvan de Griekse naam (Sikofagos) letterlijk
vertaald 'vijgeneter' is. Deze vogel voedt zich met insecten, rupsen en
kleine vruchten zoals bessen welke in het duingebied genoeg aanwezig zijn.
Welke theorie de juiste is, zal vermoedelijk nooit bewezen worden. Lees
verder.