1. BOERDERIJ 'T TROENKHOF
AAN DE STRANDWEG 9 TE KOUDEKERKE (C001)
2. FRAGMENT ROMAN-VISSCHERKAART
1655
Deze boerderij,
die is gelegen op het adres Strandweg 9, wordt thans door de familie van
der Horst en hun twee kinderen bewoond. Zij hebben de boerderij, die tot
dat moment nog naamloos was, de naam 't Troenkhof gegeven. Deze naam is
afgeleid van de oude veldnaam 't Troenkweitje, zoals het stuk grond langs
een baantje bij de boerderij vroeger genoemd werd. Aan weerszijden van dit
baantje, dat leidde naar de huidige Zwaanweg, stonden op z'n Zeeuws gezegd,
'troenken of troenkbomen'. Deze bomen zullen de meeste mensen nu onder de
naam knotwilgen kennen. Hiernaar was eerder een veldnaam en is in 2004 ook
de hofstede vernoemd.
De boerderij stamt na analyse van de bouwstijl en gebinten door Gerard Smallegange
uit de periode 1600-1650. Zeker is in ieder geval, dat de boerderij voor
het eerst voorkomt op de kaart van Bernaerds uit 1641 en later ook op de
Roman-Visscher kaart uit 1655 en dus in het eerste deel van de zeventiende
eeuw moet zijn ontstaan. Op beide kaarten is de boerderij alleen schematisch
aangegeven en is de vorm nog niet afleesbaar. Op deze kaarten staan de wegen
die de boerderijen als kralen aan een koord rijgen voor het eerst betrouwbaar
aangegeven en kan worden opgemerkt, dat Den Koudekerkse Duinweg bij de boerderij
een knik maakte. Dit is ook op latere kaarten het geval. Op kaarten voor
1641 worden meestal alleen de plaatsnamen van dorpen en steden en soms ook
enkele kastelen of buitenplaatsen genoemd. Boerderijen zoals 't Troenkhof
worden op dergelijke kaarten niet vermeld.
Vervolgens komt de boerderij voor op de door de gebroeders Hattinga vervaardigde
kaart uit 1750, waarvan hier onder een fragment is afgebeeld. Hierop is
ook het erf van de boerderij aan Den Koudekerkse Duinweg tot aan de Dishoeksche
Kleiweg (huidige Zwaanweg) aangegeven. Er zijn twee vrijstaande gebouwen
zichtbaar. Een L-vormig gebouw en een langwerpig rechthoekig gebouw. Het
L-vormige gebouw omvat de schuur, welke aan de noordzijde een wat ongebruikelijke
haakse hoek maakt. Onduidelijk is of zich op dat moment in dat gedeelte
alleen de bakkeet bevindt of dat hier meer functies of bijgebouwen tegenaan
waren gebouwd (gezien de omvang van de aanbouw). Mogelijk bevond zich er
bijvoorbeeld een wagenhuis. Het losstaande gebouw is vermoedelijk dan het
woonhuis.
3. FRAGMENT
KAART GEBROEDERS HATTING 1750
De vroegste bewoners
van deze hofstede, die tot op heden zijn achterhaald, waren Cornelis Pietersen
de Voogd en Janna Leijnsen. Zij hadden vanaf 1755 ook de hofstede Westerwijk
in hun bezit, nadat ze deze kochten van de weduwe Boesschot-Van de Putte.
De naam Cornelis Pietersen de Voogd duikt vaker in archiefstukken op. Onder
meer bij de aankoop van een weiland op 29 maart 1767 dat hij koopt van Pieter
Pietersen Willemsen en op 17 mei 1769, als hij elders in Koudekerke een
huis met erf voor 83 pond Vlaams verkoopt aan Cornelis Metdenbaerde. Hierna
doet Cornelis Pietersen de Voogd nog enkele andere grondaankopen, waarvan
mogelijk ook enkele in de buurt van deze hofstede. Op 5 juni 1778 blijkt
Cornelis Pietersen de Voogd te zijn overleden als zijn weduwe Janna Leijnsen
hun hofstede ('t Troenkhof) met 61 gemet en 222 roeden verkoopt voor ongeveer
1609 pond Vlaams aan een van de erfgenamen van haar man: Jacobus Haak, welke
getrouwd was met Johanna Cornelia de Voogd. Jacobus Haak komt dan ook in
bezit van Westerwijk.
Het huis met erf dat Cornelis Pietersen in 1767 verkocht, wordt op 29 juni
1781 door Janna Leijnsen weer van Cornelis Metdenbaerde teruggekocht voor
225 pond Vlaams. In de tussentijd had dit huis dus een aardige waardestijging
ondergaan, want zij betaalt nu bijna vier keer zoveel als haar man voor
het huis in 1769 had gekregen!
Jacobus Haak en Johanna Cornelia de Voogd bewonen de hof aan Den Koudekerkse
Duinweg enkele jaren en kopen nog diverse stukken grond in Koudekerke aan.
Op 24 april 1795 overlijdt Jacobus Haak te Koudekerke. Johanna Cornelia
de Voogd verkoopt de hofstede met boedel ruim 3 jaar na het overlijden van
haar man op 1 december 1798 voor 310 pond Vlaams aan Joos van Sparrentak
(1767-1849), welke geboren was te Koudekerke en toen strodekker van beroep
was. Hij was hiervoor boerenknecht en trouwde op 10 februari 1792 te Vlissingen
met de, uit Meliskerke afkomstige, Cornelia Clarisse (1769-1844). Boerenhofjes
daalden in die periode sterk in waarde vanwege de snel verslechterde economische
situatie en de invoering van enkele belastingmaatregelen tegen het eind
van de achttiende eeuw. Dit is duidelijk terug te zien is in de verkoopprijs.
Tijdens
de Franse periode (1795-1814) werd begonnen met de kadastrale vastlegging
van eigendommen, waarvan in 1823 de eerste kaarten werden gepubliceerd.
Het kadastrale minuutplan ‘sectie A – de duinen’ uit
1823, waarvan hieronder een fragment is afgebeeld, toont een verandering
in de positionering èn het aantal gebouwen op het erf. Het langwerpige
gebouw dat hiervoor op kaarten zichtbaar was waarschijnlijk het woonhuis.
Het woonhuis en de oude bijgebouwen die tegen de schuur waren gebouwd
zijn verdwenen en op de fundamenten hiervan is tegen de deels vernieuwde
schuur een nieuw dubbel boerenwoonhuis gebouwd. Door de verbouwing is
wederom een L-vormig hoofdgebouw ontstaan wat naast een schuur nu een
woonhuis bevat. Dit valt ook af te leiden uit de breedte van de gebouwdelen.
Het breedste gedeelte (conform bestaande toestand) is de schuur met aan
de oostgevel de koeiengang, welke over het grootste gedeelte van de schuur
een uitbouw vormt. Dit deel van de schuur was oorspronkelijk met pannen
gedekt, de rest met riet. Er werden, verspreid over het erf, drie nieuwe
bijgebouwtjes gebouwd, die mogelijk dienst deden als bakkeet, kippenhok
en of varkenshok.
4. FRAGMENT KADASTRALE
MINUUTPLAN 1823
De aan het begin
van de negentiende eeuw deels vernieuwde schuur werd gedekt met een pannen
dak met wolfseind (noklijn licht glooiend, haaks op de weg). De kopgevel
en de noordzijde zijn van baksteen terwijl de zuidzijde en een deel van
de kap van zwart geschilderde gepotdekselde delen zijn. Het linker deel
van de kopgevel bevat een ouder stuk metselwerk met gevelanker met een duidelijke
verticaal getande voeg naar het nieuwe metselwerk. In de dwarse deel van
de grote schuur is ter plaatse van de originele mendeur een roldeur aanwezig,
de wagendeuren zijn groen van kleur en bevinden zich op de hoek van de westgevel.
De percelen 2 t/m 9 waren
eigendom van Joos(t) van Sparrentak en omvatte naast het huis, schuur en
enkele bijgebouwen, een erf, enkele percelen bos, boomgaard, en weilanden.
Joos en Cornelia van Sparrentak kregen 3 kinderen: Neeltje, Cornelis en
Abraham (1814-1862). Hun zoon Abraham zal na de dood van zijn vader in 1849
de nieuwe eigenaar van de hofstede zijn geworden waar hij daarna met zijn
vrouw Krina Wielemaker (1816-1882) woont. Zij waren op 27 oktober 1837 in
het huwelijk getreden en kregen ten minste twaalf kinderen. Een aantal zonen
werden vernoemd naar hun vader Joos, velen werden echter niet oud. Slechts
drie kinderen overleefden hun ouders. De gronden werden na de dood van Krina
onder hen verdeeld en samen werden ze eigenaar van de hofstede. Dit waren
Leuntje (1853-1929), Cornelis (1850-1918) en Joost van Sparrentak (1856-1931).
Van Leuntje is een foto gemaakt waar zij zittend voor de schouw van de boerenwoning
staat afgebeeld. De schouw is een prachtig exemplaar waarop een hond, kat
en een uil staan afgebeeld met een gedicht waarvan de tekst luidt:
"Had ik jou uil hier in mijn poot, waard gij vast
en zeker dood".
Joost van Sparrentak bleef als laatste van de familie over op de hofstede
nadat zijn broer op 67-jarige leeftijd in 1918 en zijn zuster vervolgens
op 76-jarige leeftijd in 1929 stierven.
5. SCHOUW EN LEUNTJE
VAN SPARRENTAK
Na het overlijden
van Cornelis van Sparrentak werd de boerderij op een boerenkoopdag in 1918
verkocht. Cornelis Louruszn. Kluijfhout (1893-1959) en Krina Kluijfhout
(1896-1978)
die op 26 april 1918 in Koudekerke getrouwd waren, komen bij Joost van Sparrentak
op de hofstede wonen. Was Cornelis te oud om nog op het land te werken en
kreeg hij vanaf dat moment hulp van Cornelis Kluijfhout en zijn vrouw Krina?
Nadat Joost van Sparrentak in 1931 overleed bleven Cornelis en Krina Kluijfhout,
na een openbare verkoping in 1832, op de hofstede wonen.(1)
Zij lieten de oude woning afbreken en lieten een nieuwe woning met bakkeet
bouwen, waarvoor zij 20 mei 1936 vergunning aanvroegen en welke zes dagen
later werd verleend door de Burgemeester en Wethouders van Koudekerke. Welke
gemeente zou tegenwoordig in staat zijn binnen zo’n kort tijdsbestek
nog een bouwvergunning te verlenen?
6. HET WOONHUIS UIT 1936 GEFOTOGRAFEERD
VOOR DE VERKOOP IN 2004
7. FRAGMENT BONNEBLAD 1911
Enfin, het geheel
werd toen aangeduid als woning met bakkeet aan de Duinweg en Dishoeksche
Kleiweg, wijk B nr. 43, kadastraal bekend sectie A nr. 43. De boerenwoning
werd in 1937 vervangen door een nieuw huis, dat grotendeels op de oude fundering
werd gebouwd. Het had een met pannen gedekt zadeldak, waarvan de noklijn
evenwijdig liep aan de Strandweg, met bakgoten op gootklossen. De gevels
waren van baksteen met in de kopgevel een nieuw venster. De overige schuifvensters
waren met traditionele groen-witte luiken uitgevoerd. Uit verhalen over
de boerderij onder meer van wijlen Lourus Kluijfhout, gewoond hebbende aan
de Walenstraat en eigenaar van de boerderij Westerwijk,
bleek dat het model van de oorspronkelijke boerenwoning een zogenaamd dubbel
boerenwoonhuis betrof. Dat wil zeggen met een deur in het midden en aan
weerszijden twee ramen met luiken. De oorspronkelijke woning van voor 1937
was aanmerkelijk groter dan de nieuwe woning. Cornelis en Krina hadden echter
geen kinderen, dus een groot huis was toen voor hen geen vereiste.
Tijdens de meest recente verbouwing van de woning in 2007 werd onder de
fundering aan de oostzijde een gewelf aangetroffen opgemetseld uit zogenaamde
Zeeuwse moppen. De ruimte onder de half rond gemetselde bovenzijde heeft
vermoedelijk dienst gedaan als kelder annex waterbassin. De huidige regenput
met waterkelder is aan de zijde van de Strandweg naast de huidige voordeur
van het huis gesitueerd. Dat was voorheen de achterzijde van de woning.
Aan die kant was ook de keuken en er tegenover de bakkeet die in 2010 achter
het woonhuis zal worden herbouwd.
De topografische kaart van
1949 toont de verandering die na 1936 op de hof hebben plaatsgehad. De woning
is dan opnieuw opgebouwd (1937) en vanaf die tijd staan het woonhuis en
de schuur weer gescheiden van elkaar op het erf met twee bijgebouwen. Waarschijnlijk
is deze periode (omstreeks 1947) ook de kap van de schuur aangepast op de
plaats waar deze voorheen vast zat aan het woonhuis. Naast de schuur staan
op de topografische kaart twee rode blokjes en een zwart blokje ingetekend.
Onder bebouwing op dergelijke topografische kaarten worden de rode vlakken
(‘legenda bewoonde oorden’) en de zwarte vlakken (‘legenda
gebouw’) beschouwd als onbewoonde bebouwing. Er staan dan dus vier
gebouwen op het erf.
Ten westen van de boerderij loopt volgens de kaart dan een doodlopend pad.
Tevens zijn hoogtelijnen op de kaart weergegeven waaruit blijkt dat het
huis dan net boven NAP ligt en de directe omgeving daar net onder. Deze
eerste topografische kaart van na de inundatie laat ook duidelijk zien dat
bomen en struiken die voorheen langs erf afscheidingen aangeplant waren
zijn verdwenen.
8. FRAGMENT TOPOGRAFISCHE KAART
1949
Bij de ruilverkaveling
van 1953 werden vele kavels rechtgetrokken en vergroot waardoor veel
oude veldnamen zijn verdwenen. Buiten het feit dat de naam van de Duinweg
toen ook is veranderd in de Strandweg, werd de loop van de weg aangepast
waardoor de oorspronkelijke achterzijde van het huis, waar toen de bakkeet
annex kippenhok was verrezen, aan de Strandweg kwam te liggen. De voorzijde
van de boerderij was op het zuiden gericht en was tot die tijd ontsloten
via een baantje dat uitkwam op de huidige Zwaanweg, voorheen Dishoekse Kleiweg.
De ontsluiting van het erf vindt vanaf deze tijd alleen nog maar via de
Zwaanweg plaats. De topografische kaart uit 1962 laat deze nieuwe situatie
zien.
Abraham (Bram) Kluijfhout (1930), zoon van Isaak Kluijfhout, (1898-1983)
en Elisabeth (Betje) de Witte (1906-1992) woonde op de naastgelegen boerderij
aan Strandweg 11. Bram Kluijfhout was een neef van Cornelis en Krina Kluijfhout
en is op 17-jarige leeftijd in 1956 op de boerderij bij zijn oom en tante
gaan werken.
9. FRAGMENT TOPOGRAFISCHE KAART
1962
Na het overlijden van Cornelis in 1959 is hij bij zijn tante in gaan wonen
en op de boerderij blijven werken. De administratie en zakelijke kant van
de boerderij werd door de in september 2008 overleden Lourus Kluijfhout
gedaan. Hij kwam als kind regelmatig met zijn vader bij zijn oom en tante
Cornelis en Krina op het hof. Zijn vader was de broer van Cornelis Kluijfhout.
Na het overlijden van Krina Kluijfhout (1978) erfde Bram Kluijfhout de boerderij.
Bram was één van de vijf kinderen van Isaak Kluijfhout en
Elisabeth (Betje) de Witte. Hij boerde van 1964 samen met zijn broer Arjaan,
die op het ouderlijke hof aan de Strandweg 11 is blijven wonen. Beiden hebben
geboerd tot na de oogst van 1991 en hebben altijd met paarden gewerkt. Zijn
zus Neeltje (Nel) is getrouwd met Krijn Janse en bewoonde het huis aan de
toerit naar boerderij Vrijburg, aan de Jacoba van Beierenweg te West-Souburg.
Bram trouwde op 53-jarige leeftijd met Jacoba Cornelis (Coby) Verlinde,
geboren te Hoogvliet op 21 mei 1929.
Na het plotseling overlijden van Bram Kluijfhout, op 73-jarige leeftijd
op 13 september 2003, viel de boerderij in de nalatenschap van Bram, zoals
bij testament was vastgelegd. Door de erfgenamen werd op 1 november 2004
de boerderij met land verkocht aan Johannes (Hans) van der Horst, geboren
te Rotterdam op 05 mei 1950 en zijn vrouw. Zij bewonen tot op heden met
hun beide kinderen de boerderij. Zij waren afkomstig van een boerderij gelegen
aan de Groeneweg te Koudekerke.
Nadat de familie van der Horst in november 2004 eigenaar werd van de hof
gelegen aan de Strandweg 9, hebben ze een start gemaakt met het onderzoeken
van de geschiedenis van deze boerderij en hebben ze zich in de loop der
jaren verder verdiept in de bouwstijl en erfinrichting behorend bij een
dergelijke hof. Zij vatten toen het plan op om deze te verbouwen en hebben
gemeend de huidige woning uit 1937 zodanig te verbouwen dat deze veel overeenkomt
met de woning van voor 1937. Het woonhuis is bij deze verbouwing ten opzichte
van de woning uit 1937 aan de zijde van de Zwaanweg en aangrenzende achterkant
vergroot en feitelijk gevel is de voorgevel opnieuw opgebouwd, vanwege het
aanwezige zout in de oude muren en fundering dat achterbleef na de inundatie.
De gevel aan de Zwaanweg heeft ongeveer de indeling behouden van de woning
uit 1937, zij het dat deze enkele meters naar buiten is verplaatst. In de
woning is de inrichting grotendeels veranderd en is de oorspronkelijk schouw
gereconstrueerd. Het wagenhuis diende tijdens de bouwwerkzaamheden als woonverblijf
tot het woonhuis in 2010 betrokken kon worden. Hierna werden nog details
verfijnd en zijn onder meer de blinden bij de ramen aangbracht.
10. BOERDERIJ 'T TROENKHOF GEZIEN
VANAF DE NIEUWE DRINKPUT IN 23-05-2010
11. HET VERBOUWDE WOONHUIS (23-05-2010)
Naast de woning zijn tegenwoordig
de volgende bijgebouwen aanwezig: De grote zeventiende-eeuwse schuur, een
bakkeet, een varkenshok (weer in de originele staat terug gebracht en nu
in gebruik als geiten- en kippenverblijf), een wagenhuis, dat in gebruik
is als zomerverblijf maar de uitstraling van het oorspronkelijke wagenhuis
heeft. Voor de bakkeet annex kippenhok is in 2010 bij de gemeente Veere
een aanvraag ingediend om deze te verplaatsen naar de achterzijde van de
woning. De bakkeet en het kippenhok zijn in 2012 afgebroken en de voortuin
is hierna ingericht als een boerentuin met straatjes van onder meer ijsselsteentjes.
Het varkenshok ligt aan de zuidzijde van de grote schuur. Ten zuiden van
dit varkenshok was ook de mesthoop. Deze plaats werd met opzet zo gekozen
omdat men dan optimaal gebruik maakt van de zon die het verteringsproces
van de mest ten goede doet komen. Het varkenshok is in de originele staat
terug gebracht en doet dienst als verblijf voor geiten en kippen. De zogenaamde
'soppot' waar het varkensvoer in gekookt werd en de (men)ladder waarop het
varken werd afgeslacht zijn nog aanwezig.
12. GERESTAUREERDE
SCHUUR BEHOREND BIJ 'T TROENKHOF (01-07-2012) (C002)
13.HET VARKENSHOK MET DE MENLADDER
In de grote schuur van circa
28 x 11 meter bevonden zich vroeger de koeiengang, paardenstallen, opslagruimte
voor gewassen en gereedschappen en een wagenhuis. Een gedeelte van de schuur
doet momenteel dienst als paardenstal. De aanpassingen welke hiervoor nodig
waren zijn zo gemaakt dat ze de originele bouw van de schuur niet hebben
aangetast. De schuur behoort tot één van de veertig in Gemeente
Veere geselecteerde schuren die gezichtsbepalend zijn voor het landschap
en om die reden in goede staat van onderhoud dienen te blijven. In de loop
van 2011 werd de schuur dan ook gerestaureerd waarbij enkele oorspronkelijke
elementen werden teruggebracht. Onder andere het potdekselwerk en de mendeuren
met klinket. Deze zijn in de loop der eeuwen door eerdere verbouwingen verloren
gegaan. Het dak dat oorspronkelijk grotendeels met riet gedekt was en nu
voorzien is van Oudhollandse pannen, bleef gehandhaafd vanwege de hoge kosten
in aanschaf en verzekering van een rieten dak.
14. VOORMALIG WAGENHUIS NU ZOMERVERBLIJF
(23-05-2010)
15. VARKENS- EN KIPPENHOK (23-05-2010)
Het oude wagenhuis
met golfplaten lessenaarsdak en golfplaten gevels is, zo blijkt uit de bouwaanvraag,
in 1952 gebouwd. Voor die tijd heeft er waarschijnlijk geen apart wagenhuis
gestaan. In de grote schuur was aan de zuidzijde een inpandig wagenhuis
dat onderdak bood aan een verenwagen en rijtuig. Pas bij uitbreiding van
het aantal werktuigen en ander landbouwgerei was er behoefte aan een apart
wagenhuis dat toen op de zuidwesthoek van het erf is verrezen. De deuren
hiervan waren zogenaamde lattendeuren waar de wind doorheen kon om de (natte)
wagens snel te laten drogen. Het oorspronkelijke wagenhuis is enkele malen
aangepast voordat het recent voor de laatste maal grondig is verbouwd tot
zomerverblijf. De lattendeuren zijn hierbij aan de buitenzijde gehandhaafd
en erachter is een gemetselde gevel opgetrokken waarachter zich een gang,
met ramen achter de lattendeuren, en enkele slaapkamers bevinden. In het
linker gedeelte bevinden zich nu een woonkamer en keuken.
Bij de aankoop in 2004 was de oorspronkelijke erfbeplanting grotendeels
verdwenen. Het bedrijf was in de loop der jaren overgegaan van een gemengd-
naar een akkerbouwbedrijf. Omdat er geen vee meer was verdwenen ook de weien
en werd alle grond voor akkerbouw gebruikt. Ook de veedrinkput, hoogstamboomgaard
en zogenaamde Zeeuwse haag die diende als erfafscheiding waren verdwenen.
Na de aankoop werd aangevangen met de herinrichting van het erf en wordt
dit stap voor stap aangepakt. Aan de slootkanten zijn inmiddels een 40-tal
knotwilgen teruggeplant. Naast de veedrinkput zijn mispel- en kweepeerstruiken
gezet. De moes- of groentuin bevind zich naast het wagenhuis. Deze elementen
zijn nu weer op hun oorspronkelijk plaats gesitueerd.
Opmerkelijk detail is dat er ooit overheidssubsidie is verkregen om de hoogstamfruitbomen
te rooien en dat de huidige eigenaren in 2004 weer overheidssubsidie ontvingen
voor het aanplanten van een boomgaard met hoogstamfruitbomen van oude rassen!
Aan de westzijde van de toegangsdam naar de woning zijn kastanjebomen geplant.
Het blad zou een medicijn zijn voor koliek bij paarden. Het planten van
Walnotenbomen in de wei als schaduwplek voor het vee heeft als nevenfunctie
dat deze bomen een stof afscheiden welke insecten op afstand houd.
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: familie van der Horst
afb. 2: atlas roman-visscher, 1655
afb. 3: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 4: minuutplan A1, 1811-1832
afb. 5: familie van der Horst
afb. 6: Sjoerd de Nooijer
afb. 7: topografische kaart, 1911
afb. 8: topografische kaart, 1949
afb. 9: topografische kaart, 1962
afb. 10-11: Sjoerd de Nooijer
afb. 12: familie van der Horst
afb. 13-15: Sjoerd de Nooijer
geraadpleegde bronnen:
- Visscher, N. en Roman, Z., Atlas van Zeeland, Amsterdam/ Middelburg, 1655
- Heemkundige Kring Walcheren, De veldnamen van Koudekerke, Middelburg, 1980
- Fam. van der Horst
- Arjaan Kluijfhout
- Coby Verlinde
- www.watwaswaar.nl
- www.zeeuwengezocht.nl