Boerderij
Middelburgsestraat 126 |
|
|
|
|
1. BOERDERIJ PIETER
MOENS AAN DE MIDDELBURGSESTRAAT 126 |
|
2. FRAGMENT MINUUTPLAN
SECTIE E1 1811-1832 |
Uit kaartmateriaal valt op
te maken, dat op de plaats van het huidige landbouwmachinebedrijf van de
gebroeders Weststrate aan de Middelburgsestraat 126, tussen 1655 (Roman-Visscher
atlas) en 1750 (kaart Hattinga) een hofstede moet zijn ontstaan, die dan
nog uit een los woonhuis en een schuur bestaat.
Ergens tussen 1750 en 1823 moet de indeling van het erf zijn veranderd,
aangezien het woonhuis en de schuur dan niet langer los van elkaar, maar
in elkaars verlengde en tegen elkaar staan aangegeven op het kadastrale
minuutplan van 1823. In dit geval lijkt het woonhuis niet zoals gebruikelijk
was, voor de schuur, maar achter tegen de schuur te zijn gebouwd. Het stond
dus haaks op de Laagen Weg (nu Middelburgsestraat). Verder zijn er enkele
bijgebouwen op het erf aangegeven waaronder waarschijnlijk een wagenhuis.
In de aanwijzende tafels bij het minuutplan wordt de weduwe van Pieter Cijsouw
(Willemina Bastiaanse) aangeduid als eigenaresse van de kavels 116 tot en
met 124 die bestemmingen als tuin, bos, boomgaard, bouwland, moesland, dreef
en weiland hebben. Landman Pieter Cijsouw was enkele jaren hiervoor op 49-jarige
leeftijd op 22 december 1827 te Koudekerke overleden.(1) |
|
|
|
|
3. BOERDERIJ PIETER
MOENS AAN DE MIDDELBURGSESTRAAT 126 |
|
4.FRAGMENT VELDMINUUT WESTKAPELLE
1857 |
Uit topografische
kaarten blijkt vervolgens, dat tussen 1857 en 1911 de schuur en het woonhuis
weer van elkaar zijn gescheiden. Waarschijnlijk bleven het wagenhuis en
de schuur staan en werd aan de straatzijde een nieuw woonhuis gebouwd. Uit
deze periode zijn gelukkig ook enkele foto's bewaard gebleven waardoor het
woonhuis en de schuur als volgt kunnen worden beschreven: De schuur was
met zwartgeteerde gepotdekselde delen afgewerkt waarop witte randen waren
aangebracht. In het midden van de oostgevel bevond zich één
stel mendeuren, wat duidt op een zogenaamde dwarsdeelschuur. De mendeuren
hadden geheel volgens de Walcherse traditie twee kleine raampjes en mogelijk
ook een kleine loopdeur (klinket) in de rechter mendeur. Door een klinket
kon naar binnen worden gestapt zonder de grote deuren te openen. Helaas
is deze niet zichtbaar op de foto's omdat hiervoor een paard met verewagen
staat afgebeeld en op een andere foto een paard met een slede.
De foto's lijken aan deze zijde van de schuur ten minste één
hoog geplaatste luik en een rieten kap te vertonen. De andere helft van
het zadeldak is echter wel met pannen gedekt. Dit dakvlak is licht geknikt,
wat mogelijk duidt op de aanwezigheid van een (later toegevoegde?) koeiengang.
Tegen de uitbouw is nog een tweede kleine bakstenen aanbouw zichtbaar met
een eigen pannendak. De houten kopgevel van de schuur, aan de zijde van
het woonhuis, vertoont diverse luiken en kleine raampjes. De dakrand lijkt
geen bewerkte windveren te bevatten, maar wordt wel beëindigd met een
witte makelaar. De achtergevel staat niet duidelijk afgebeeld op foto's,
maar lijkt door de iets hogere topgevel versteend te zijn. Mogelijk is dit
na de sloop van het oude woonhuis aan de achterzijde gebeurd.
Tussen het woonhuis en de schuur staat nog een klein bijgebouw, dit was
waarschijnlijk de bakkeet. Dit bakstenen gebouw bevatte gevelankers en had
een met pannen gedekte kap. De op de foto's zichtbare kopgevel toont een
klein schuifraam. Het negentiende-eeuwse of vroeg twintigste-eeuwse woonhuis
stond in tegenstelling tot zijn voorganger parallel aan de straat en had
een klassieke indeling: Een voordeur met aan beide zijden twee drie-ruits
schuiframen. De bakstenen noord- en westgevel waren gemetseld in kruisverband,
met boven de vensters een getoogde rollaag met eronder (mogelijk) een motief.
De gevel werd aan de voor- en achtergevel beëindigd door een brede
witte gootlijst. De oostgevel was bepleisterd en had op de begane grond,
net als de westgevel, twee smalle en één breder drie-ruits
schuifraam met louvres en op de verdieping één drie-ruits
schuifraam zonder louvres. Door de bepleistering zijn alleen aan de westgevel
de strekken boven de ramen zichtbaar. Langs de oostgevel wordt een regenpijp
naar de achtergevel geleid. Hier bevond zich achter het huis nog een kleine
aanbouw, mogelijk vormde deze één geheel met de bakkeet. In
beide zijgevels zijn staafankers zichtbaar. Het zadeldak was met 'tuile-du-nord'
dakpannen gedekt en op de hoeken zijn sierschoorstenen aangebracht. De echte
schoorsteen bevond zich aan de achterzijde. |
|
|
|
|
5. BOERDERIJ PIETER
MOENS AAN DE MIDDELBURGSESTRAAT 126 |
|
6.FRAGMENT TOPOGRAFISCHE KAART 1911 |
Uit het woningregister
van de gemeente Koudekerke valt op te maken dat ene M. Besuijen eigenaar
en bewoner is van de hofstede, kadastraal aangeduid met E119 en wijknummer
E119. Dit blijkt ook als de perceelsgewijze leggers worden geraadpleegd:
Matheeuis Jacobus Besuijen, arbeider te Koudekerke. Hij blijkt de hofstede
in 1915 aan de uit Biggekerke afkomstige Jan Pieterszoon Moens te hebben
verkocht. In 1918 of 1919 is nog het een en ander aan de hofstede verbouwd
als een zogenaamde 'stichting en sloop' wordt vermeld in de perceelsgewijze
legger. |
|
|
|
De hofstede blijkt ook enige
tijd bewoond te zijn geweest door de uit Zoutelande afkomstige Pieter Moens.
Hij was getrouwd met Adriana Olijslager en overleed op 72-jarige leeftijd
op 8 mei 1938 te Koudekerke.(1) Zijn zoon
Jan heeft er samen met zijn vrouw Adriana Huijsman gewoond en gewerkt. Hij
is vanaf 1929 als lid van de gemeenteraad van Koudekerke actief geweest.
Nadat burgemeester Jan Lambertus Dregmans door de Duitse bezetter gegijzeld
werd en vervolgens uit zijn ambt gezet was, is Jan Moens van 16 december
1942 tot en met 13 november 1944 burgemeester
van Koudekerke geweest. |
7. BOERDERIJ PIETER
MOENS AAN DE MIDDELBURGSESTRAAT 126 IN 1935 (L023) |
|
|
In 1946 moest hij zich verantwoorden
voor een tribunaal te Middelburg waar hem diverse beschuldigingen ten laste
werden gelegd naar aanleiding van zijn 'samenwerking' met de Duitse bezetter.
Op 16 november 1949 liet hij zich uitschrijven uit Koudekerke en vertrok
naar Nieuw en Sint Joosland. Adriana Huijsman overleed op 89-jarige leeftijd
op 27 mei 1987, zij was toen al weduwe van Jan Moens.(2)
De schuur en het wagenhuis achter de woning moeten tijdens de watertijd
in 1944-1945 dusdanig zwaar beschadigd zijn geraakt, dat ze in 1947 zijn
gesloopt. Op de plaats van de vroegere wagenschuur werd na de inundatie
een noodschuur gebouwd. Het bakstenen gebouwtje met golfplaten zadeldak
en één dwarsdeel was, afgezien van een later aangebrachte moderne garagedeur,
nog behoorlijk authentiek toen onderstaande foto werd gemaakt. De schuur
is kort hierna in 2008 gesloopt.
Na 16 november 1949 werd Pieter de Potter eigenaar van de hofstede die in
1947 als ruïne werd vermeld en later dat jaar is herbouwd.(3)
In 1951 wordt nogmaals een stichting van een bouwwerk vermeld. Het is niet
geheel duidelijk welk gebouw dit betrof. Mogelijk was dit de bakstenen wederopbouwschuur
die ten minste voor 1962 moet zijn gebouwd. Deze had een met pannen gedekt
zadeldak en één dwarsdeel. |
|
|
|
|
8. VOORMALIGE NOODSCHUUR
AAN DE MIDDELBURGSESTRAAT 126 |
|
9.FRAGMENT TOPOGRAFISCHE KAART 1949 |
Sinds 1978 is
het complex in gebruik door een bedrijf dat handelt in landbouwmachines:
Gebroeders Weststrate. De gevel van de wederopbouwschuur is daardoor aangepast.
Enkele bestaande gevelopeningen werden dichtgemetseld en elders werden nieuwe
voorzien. Er werden moderne overheaddeuren aangebracht en de gevel werd
voorzien van enkele reclamelichtbakken. De schuur werd, net als de noodschuur
in 2008 gesloopt. Het woonhuis dat vermoedelijk ook zwaar te lijden heeft
gehad van de inundatie en de inwerking van zout op de steenconstructies
moet in de jaren zestig zijn vervangen door een nieuw exemplaar. Het had
een met pannen gedekt zadeldak met de voordeur in de zijgevel. |
|
|
|
|
10. VOORMALIGE WEDEROPBOUWSCHUUR
AAN DE MIDDELBURGSESTRAAT 126 |
|
11.FRAGMENT TOPOGRAFISCHE KAART
1962 |
In 2008 heeft
de oude landbouwschuur plaatsgemaakt voor een compleet nieuw pand met een
ruime werkplaats, een showroom en een groot onderdelenmagazijn.(4)
Dit gebouw bestaat uit een staalconstructie waartegen afwisselend rode en
transparante golfplaten als zadeldak en een antracietkleurige golfplaat
als gevelbekleding is aangebracht. De showroom is van een grote glazen gevel
voorzien waardoor qua typologie en wat vreemde mix van een moderne landbouwloods
en een showroom is ontstaan. Enkele jaren hiervoor werd het jaren zestig
woonhuis gesloopt en vervangen door het huidige woonhuis dat verder vanaf
de weg, op de plaats van de oude houten schuur werd gebouwd. Het moderne
woonhuis, dat metselwerk gevels heeft en een met rode pannen gedekt zadeldak
met schoorsteen, heeft de entree in de voorgevel en een aparte garage naast
de woning. Voor de woning zijn leilindes aangeplant en is een tuin met buxushagen
aangelegd in een geometrische opzet. |
|
|
12. BEDRIJF
GEBROEDERS WESTSTRATE WAAR ZICH VOORHEEN DE BOERDERIJ VAN PIETER MOENS BEVOND
(FOTO 2010) |
OPROEP:
WIE WEET WIE ER OP DE OUDE FOTO'S STAAN AFGEBEELD? |
|
|
copyright © 2001-2025 Sjoerd de Nooijer |