1. FRAGMENT VISSCHER-ROMANKAART
UIT 1655 WAAR BUITENPLAATS ESSENVELT LATER IS ONTSTAAN
Aan de Oude Vlissingsweg
op het grondgebied van de heerlijkheid Koudekerke en direct grenzend aan
het grondgebied van de heerlijkheden Ritthem en Souburg, lag tot begin negentiende
eeuw de buitenplaats Essenvelt. Op bovenstaande kaart uit 1655 is op de
plaats, waar pas later sprake is van de buitenplaats, beplanting zichtbaar.
Op een tiendenkaart uit 1691 (blok Schuylwerve) is voor het eerst sprake
van bebouwing. Op 28 februari 1710 duikt vervolgens bij de verkoop van een
"hofstede met Heerenwoninge, boerewoninge, stallinge
en bakkeete" de naam Jacobus van Essen als koper op, als deze
het geheel koopt van 'monsieur' Cornelis Taarling, koopman te Middelburg.(1)
Hoogstwaarschijnlijk is Jacobus van Essen de naamgever van de buitenplaats,
welke in het Pier Cornelis Lievensz block lag (nr. 65). Naast de aankoop
van deze hofstede koopt Van Essen nog een andere hofstede in het "block
benoorden den Abeele", aan de Abeelse Zandweg, thans Abeelsewegje
(bij Groot Abeele). Verder werden nog diverse andere stukken land aangekocht
met een totale grootte van ongeveer 14 hectare.
In 1750 wordt Jacobus van Essen ook vermeld als eigenaar van de buitenplaats
op de kaart van de gebroeders Hattinga. Hierop blijkt de buitenplaats zowel
een omgracht voorterrein (tuin) als een omgracht herenhuis te hebben. In
1763 worden het herenhuis en de bijbehorende hofsteden verkocht aan Willem
de Meester, waarna Essenvelt met bijbehorende gronden op 28 februari 1777
voor £ 944:2:6 in handen komt van Pieter Bos.(2)
Zijn weduwe wordt in 1804 nog als eigenaar van het buiten vermeld.
2. FRAGMENT ATLAS HATTINGA
MET BUITENPLAATS ESSENVELT IN 1750
De buitenplaats werd in het
verleden afwisselend als Essenvelt of Essenveld aangeduid. Dat blijkt onder
andere uit een advertentie in de Middelburgsche Courant van 22 juni 1809
waarin de buitenplaats als volgt wordt omschreven: "hofstede
met heerenhuizinge, zomerhuis en stal genaampt Essenveld".(3)
De buitenplaats heeft dan een omvang van zo'n 16 hectare, waarvan het grootste
gedeelte verpacht werd aan landman Jacob Reijers die boerde op de nabij
gelegen hofstede Thuinenburg. Hij werd de nieuwe eigenaar van de buitenplaats
en naburige hofstede Zandhof.
Tijdens de Franse bezetting van Walcheren, van 1795-1814, verarmde de bevolking
doordat de handel met Engeland stilviel. Veel eigenaren van buitenplaatsen
hadden directe belangen bij een bloeiende handel en ondervonden direct de
gevolgen van deze moeilijke tijd, waarin voor veel kleine buitenplaatsen
het doek viel en tuinen weer werden omgevormd tot akkerland. Met Essenvelt
gaat het na de verkoop in 1809 vermoedelijk ook snel bergafwaarts en wordt
de buitenplaats niet meer in bronnen genoemd. Wellicht liet Jacob het buiten
afbreken om de gronden voor de akkerbouw aan te wenden of was zijn dood
op 4 maart 1815(4) de directe aanleiding voor
zijn erfgename om tot sloop van Essenvelt over te gaan. Bij het overlijden
van zijn echtgenote, Adriana Baijens in 1837, werd in een inventaris nog
wel de hofstede Zandweg genoemd, maar wordt over buitenplaats Essenvelt
niet meer gerept. Op de kadastrale kaart van Koudekerke uit 1823, waarvan
hieronder een fragment is weergegeven blijkt, dat in 1823 alleen nog de
grachten herinneren aan de buitenplaats.
3. FRAGMENT KADATRAAL
MINUUTPLAN KOUDEKERKE SECTIE E, MET RESTANTEN VAN ESSENVELT EN HOFSTEDE
ZANDHOF IN 1823
Later is op de plaats, waar
ooit Essevelt lag, Kwekerij Adriaanse gebouwd. Deze werd in het voorjaar
van 2008 gesloopt omdat deze lag in een gebied waar de gemeente Middelburg
een nieuwe woonwijk wilde realiseren. De woonwijk die hier vanaf 2010 moet
verrijzen zal vernoemd worden naar de voormalige buitenplaats. In de zomer
van 2007 werd hiervoor in opdracht van de gemeente Middelburg al een archeologisch
onderzoek uitgevoerd waaruit de exacte ligging van de buitenplaats moest
blijken. Tijdens dit onderzoek is gezocht naar bewoningssporen en restanten
van de grachten en brug.
Hieruit is naar voren gekomen, dat de grachten destijds voorzien waren van
een houten beschoeiing en dat de gracht, ter plaatse van een houten brug,
niet geheel doorliep. Het hout dat voor de brug is gebruikt bleek hergebruikt
te zijn en mogelijk afkomstig van een schip of ander pand en moet na 1534
zijn gekapt in Oost-Denemarken. Tijdens de opgravingen werden verder enkele
kleine vondsten gedaan waaronder aardewerk, glas, metaal, bouwmaterialen
en een leren sandaal, welke gevonden werd naast de brug. Enkele sporen dateren
uit de periode 1250-1500 en zijn te herleiden tot moerneringsactiviteiten
die in die periode in dit gebied plaats vonden. De andere vondsten dateren
uit de periode 1500-1850 en zijn wel te herleiden tot Essenvelt of vroegere
bebouwing waaruit later de buitenplaats is voortgekomen. Met de uitkomst
van het onderzoek wordt geprobeerd om de plek verantwoord in te passen in
de nieuwe woonwijk.
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: kaart roman-visscher, 1655
afb. 2: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 3: minuutplan E, 1811-1832
geraadpleegde bronnen:
- Silkens, B. en Kaljouw, J., Essenvelt of Essenveld? Van buitenhof in Koudekerke tot woonwijk van Middelburg, De Wete nr. 4, 2008
- Meijlink, B. en Silkens B., Buitenhof Het Essenvelt, Walcherse Archeologische Dienst, 2008
- Zeeuws Archief (ZA)
- www.zeeuwengezocht.nl
- www.watwaswaar.nl
voetnoot 1:
bron: transportregister van de Landsvierschaar Vlissingen
voetnoot 2:
bron: archief Rekenkamer van Zeeland, Transporten onroerend goed Walcheren (2) 1757-1805 (ZA D69561)