Van de toestand
van het onderwijs in Koudekerke tijdens de zestiende tot de achttiende eeuw
is inhoudelijk vrij weinig bekend. Wat wel bekend is, is dat dit onderwijs
hier, net als in veel andere steden en dorpen, door de kerk werd georganiseerd
en dat in de verste verte niet leek op het basisonderwijs zoals we dat tegenwoordig
kennen. Kinderen werkten doorgaans nog veel samen met hun ouders. Als kinderen
al onderwijs kregen, dan zaten alle leeftijden door elkaar in een doorgaans
vrij donkere en vaak vieze ruimte, soms zelfs gewoon op de grond. Het 'onderwijs'
bestond uit af en toe een lesje opdreunen bij de meester. Alleen rijke kinderen
konden zich een duurdere particuliere school of privéleraar veroorloven.
1. GRAVURE 'T DORP KOUDEKERK'
UIT 1790 DOOR BULTHUIS
Het georganiseerde
kerkelijke leven begon in Koudekerke reeds in 1583 toen de eerste predikant
van Koudekerke in vaste dienst kwam: Pieter van den Broecke. Enkele jaren
hiervoor, in 1580 was Christiaan de Heere al als schoolmeester werkzaam.
Hij was net als zijn opvolgers tevens kerkelijk dienaar. Schoolmeesters
die tevens kerkelijk dienaar waren Christiaan de Heere (1580-1581), David
Clautier (1581-1585), Nicolaeijs de Backere (1585-1588), Pieter van den
Broecke junior (1588-1589), Jacob van der Straten (1589-1613), Jacques Datis
(1614-1625), Abraham de Bu (Buw) (1625-1625), Machiel van Poelijen (?-?)
en Adriaan Jacobsen Goethert (1656-1690).
Van 1602 tot 1605 was in Koudekerke de bekende leraar Anthonius Waleüs
actief die in 1605 vertrok naar de Latijnse school om daar professor in
de filosofie te worden. Na hem kwamen nog vele predikanten die allen hun
invulling gaven aan het overdragen van kennis in onder meer hun preken in
de kerk.
In de periode 1690-1735 was Abraham Schoe voorzanger in de kerk en was hij
schoolmeester, zo blijkt uit het Koudekerkse 'Begraafregister 1704-1808'.
De volgende vermelding van een (school)meester komen we tegen op 17 februari
1738 als meester Francois Recoux te Koudekerke wordt begraven. Blijkbaar
was 1738 een roerig schooljaar, want in oktober 1738 vertrekt schoolmeester
Gilles Hoefnagel met zijn vrouw Jacoba van Gelder met attestatie naar Aagtekerke
en op 18 november vertrekt schoolmeester Leendert Tapper met attestatie
naar Oudelande.
In de Middelburgsche Courant van 19 november 1767 verscheen een overlijdensbericht
waaruit duidelijk wordt dat de "zeer geliefde
herder en leeraar, de Wel. Eerw. en zeer Geleerde Heer Geradus [Gerhardus]
Schortinghuis" op 18 november 1767 is overleden. Gerhardus werd
destijds in de kerk begraven. Naast de functie als een onderwijzer werden
in die tijd ook veel kerkelijke baantjes verricht, zoals dat van dominee,
koster, voorzanger en klokkenluider. Het kerkeraadsboek komt onder andere
de volgende bepaling voor waaruit dit ondermeer blijkt: "Meester
A. Schoe sal een halve schelling verbeuren, soo hij de sandlooper binnen
een half quartier niet sal hebben weggenomen na dat se wa afgeloopen, en
soo het over een quartiersuur is, dan sal hij ook een schelling moeten geven.
Indien Meester Abraham (buiten siekte en reyse buiten Walcheren) niet in
de kerk is, sal hij voor elke predikatie ook een halve schelling moeten
betalen."
2. SCHILDERIJ VAN EEN
DORPSSCHOOL DOOR JAN STEEN OMSTREEKS 1670
3. AANGIFTE VAN DE OPENBARE SCHOOL
IN 1823
In 1775 duikt
vervolgens de naam van Jan Roose in de archieven op. Hij werd op 1 augustus
van dat jaar begraven te Koudekerke en daarbij werd vermeld dat hij daarvoor
schoolmeester was. Op 23 november 1775 verkoopt zijn weduwe Janneken Dommis
een huis en school voor £ 366:13:14 aan Jacob van den Berg(e). Waarschijnlijk
gaat het op dat moment al om de school die aan de Noord-Straat was gevestigd.
Opmerkelijk is dat het schoolgebouw toen dus geen kerkelijk of gemeentelijk
bezit was maar dat deze, zo blijkt immers uit de verkoop, in handen was
van een particulier. De nieuwe eigenaar van de woning en de school werd
schoolmeester Jacob van den Berg(e). Hij was tevens voorzanger in de kerk
van Koudekerke en was afkomstig van Kerkwerve. Hij bleef dit werk doen tot
1805, toen hij op 31 maart van dat jaar vertrok naar Grijpskerke.
Tijdens de Franse overheersing, in 1806, werd de Onderwijswet ingevoerd.
Hierin werd bepaald wat scholen moesten onderwijzen en hoe. Het Algemeen
Beschaafd Nederlands werd verplicht, maar er lag ook veel nadruk op het
onderwijzen van 'nationale deugden' zoals ordelijkheid en beleefdheid. Het
leesboekje 'De brave Hendrik' werd de hele negentiende eeuw herdrukt en
stond vol met wijsheden als: "Een kind, dat zoo
braaf is als Hendrik, zal ook gaarne school gaan." Schoolinspecteurs
controleerden de kwaliteit, en er kwam financiële ondersteuning voor
de scholen. Zo wilde de overheid de kinderen opvoeden tot verantwoordelijke
burgers. Dit was het begin van een lange reeks overheidsingrepen in het
onderwijs.
Twee advertenties in de Middelburgsche Courant van 24 en 26 januari 1811
tonen aan dat er aan het begin van de negentiende eeuw spraken was van georganiseerd
basisonderwijs in Koudekerke en dat men zelfs op zoek was naar een bekwame
Franse Ondermeester! Deze diende zich te melden bij A. K. (Adriaan Korneliszoon)
van Noppen, schoolhouder te Koudekerke. Blijkbaar wilde men de schoolgaande
jeugd de Franse taal beter aanleren, aangezien Walcheren sinds 1795 aan
Franse invloeden onderhevig was. Onduidelijk blijft of het na de advertentie
daadwerkelijk nog tot een aanstelling van een Franse ondermeester is overgegaan.
Aangenomen mag worden dat na de vrede van Parijs op 13 mei 1914 en het vertrek
van de Fransen uit Walcheren toch snel gedaan zal zijn geweest met het eventuele
Franstalige onderwijs op een school als die in Koudekerke.(1)
Waarschijnlijk is de school in 1814, nog net in de Franse tijd tot een gemeentelijk
eigendom gemaakt. Vermoedens hierover worden aangewakkerd door de schuldenvereffening
van de Staat die in 1824 speelde en waarbij vermeld werd dat in Koudekerke
de gewezen schoolmeester A. van Noppen aanspraak kon maken op een compensatie
bij de 'Liquidatie van den Franschen achterstand' zoals deze vereffening
officieel werd genoemd.(2) Van Adriaan Korneliszoon
van Noppen is bekend dat hij tussen 1814 en 1816 naar Vlissingen is verhuisd
met zijn vrouw Dina Elizabeth Moeliker en zijn gezin. Hij bleef zijn vak
als schoolmeester uitoefenen, echter is niet helemaal zeker of dat toen
nog in Koudekerke was of dat hij vanaf dat moment in Vlissingen al als hoofdonderwijzer
aan de slag ging. Op 24 december 1813 werd hun dochter Jozina van Noppen
namelijk nog te Koudekerke geboren. Hun zoon Pieter Duin van Noppen werd
op 9 juni 1816 te Vlissingen geboren.
In 1820 was er een ondermeester benodigd bij de school in Koudekerke (Walcheren),
zo blijkt uit een advertentie in de Zierikzeesche Courant van 7 november
1820. Inlichtingen konden verkregen worden bij P. Douw, te Nieuwerkerk in
Duiveland. Dit laatste lijkt wat opmerkelijk voor een school op Walcheren.
Van de hand van de schoolonderwijzer van Noppen is een boekje verkrijgbaar
geweest dat hij in 1820 voor 16 stuivers verkocht. Hierin stonden tabellen
waarmee de verschillen werden aanduidde tussen het oude Zeeuwse en Amsterdamse
maat- en gewichtenstelsel en het nieuwe Nederlandse stelsel waarin gemeten
werd met de 'Nederlandsche Elle en Pond'. Later blijkt hij als Arrondisements-IJker
te Middelburg actief te zijn geweest en als hoofdonderwijzer te Vlissingen.
Hij was daar ook betrokken bij het vrijmetselaarsgilde Loge L'Astre De L'Orient.
In 1846 heeft hij nog een octrooi van de koning verkregen voor een door
hem sterk verbeterde brandslangspuit en een scheepsnoodpomp.(3)
In 1823 wordt de Gemeente Koudekerke als eigenaar vermeld van de
openbare school (kavel 66) en het woonhuis (kavel 65) die stonden aan de
Noord-Straat. Dit blijkt als de aanwijzende tafels, behorend bij het kadastrale
minuutplan, worden geraadpleegd.
De veranderingen die in deze periode in het onderwijs werden doorgevoerd
bleken in de periode hierna verder door te zetten, meer hierover leest u
bij het volgende hoofdstuk onderwijs
bij de periode 1850-1900. Lees
verder.
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: beeldbank ZA ZI-II-147
afb. 2: Wikimedia Commons
afb. 3: minuutplan F1, 1811-1832
geraadpleegde bronnen:
- Roose, J. en Roose, W.P., Kent u ze nog... die van Koudekerke, Zaltbommel, 1981
- Grootjans, H., Nederlands
Hervormde Gemeente Koudekerke 1583-1983, Koudekerke, 1983
- Zeeuws Archief (ZA)
- www.kranten.kb.nl
- www.zeeuwengezocht.nl
- www.watwaswaar.nl